Fig. 33:
Jupiter en zijn vier
grootste manen. U
kunt de manen elke
nacht in een andere
positie observeren.
Fig. 34:
Saturnus heeft het
meest uitgebreide
ringenstelsel in ons
zonnestelsel.
Fig. 35:
De Pleiaden zijn
een van de mooiste
open clusters.
34 Basis astronomie
All manuals and user guides at all-guides.com
Planeten
Planeten veranderen van positie aan de hemel terwijl ze in een baan om de zon draaien. Om de
plaats van de planeten op een bepaalde dag of maand te bepalen, kunt u astronomische tijdschriften
raadplegen. Hieronder volgt een opsomming van de planeten die u door de ETX-70AT het best kunt
zien.
Venus heeft een diameter van ongeveer negen/tiende van die van de aarde. Wanneer Venus in een
baan om de zon draait, kunt u de fasen herkennen (wassend, half en vol) die veel lijken op die van
de maan. De schijf van Venus ziet er wit uit doordat het zonlicht wordt gereflecteerd tegen de dikke
wolk die elk detail van het oppervlak verhult.
Mars heeft een diameter van ongeveer de helft van die van de aarde en ziet er door de telescoop
uit als een kleine, roodachtig oranje schijf. Het is mogelijk dat u een witte stip ziet op een van de
ijskappen op de polen van de planeet. Ongeveer om de twee jaar, wanneer Mars in zijn baan om de
zon het dichtst bij de aarde staat, kunt u mogelijk meer details en kleuren op het oppervlak van de
planeet zien.
Jupiter is de grootste planeet in ons zonnestelsel met een diameter van elf keer die van de aarde.
De planeet ziet eruit als een schijf met donkere lijnen die zich uitstrekken over het oppervlak. Deze
lijnen zijn banen van wolken in de atmosfeer. Vier van de zestien manen van Jupiter (Io, Europa,
Ganymedes en Callisto) zijn te zien als „sterachtige" lichtpunten, zelfs bij de geringste vergroting (Fig.
33). Deze manen maken een baan om Jupiter en iedere nacht verschilt het aantal zichtbare manen
dat rond de gigantische planeet cirkelt.
Saturnus heeft een diameter van negen keer die van de aarde en ziet eruit als een kleine, ronde
schijf met ringen die aan beide zijden uitsteken (Fig. 34). Galileo was de eerste persoon die Saturnus
door een telescoop observeerde, in 1610. Hij begreep niet dat wat hij zag ringen waren. Hij dacht dat
Saturnus „oren" had. De ringen van Saturnus bestaan uit miljarden ijsdeeltjes die in omvang variëren
van een hoopje stof tot een huis. De voornaamste scheiding in de ringen van Saturnus, de Cassini-
scheiding, is van tijd tot tijd zichtbaar door de ETX-70AT. Ook Titan, de grootste van de achttien
manen van Saturnus, is te zien als een helder sterachtig object dichtbij de planeet.
Deep sky objecten
Sterrenkaarten kunt u gebruiken om de positie van sterrenbeelden, individuele sterren en deep sky
objecten te bepalen. Hieronder volgen enkele voorbeelden van deep sky objecten:
Sterren – Dit zijn grote gasvormige objecten die zelf ontbranden door nucleaire fusie in de kern.
Omdat ze ontzaglijk ver van ons zonnestelsel vandaan staan, zien alle sterren eruit als kleine lich-
tpuntjes, ongeacht de grootte van de telescoop waarmee u kijkt.
Nevels – Dit zijn gigantische interstellaire gas- en stofwolken waar sterren worden gevormd. De
meest indrukwekkende is de Grote Orion-nevel (M42), een diffuse nevel die eruit ziet als een zwoele,
sliertige grijze wolk. M42 is 1600 lichtjaren van de aarde verwijderd.
Open clusters – Dit zijn groepen jonge sterren die recent zijn gevormd in dezelfde diffuse nevel. De
Pleiaden is een open cluster op een afstand van 410 lichtjaar (Fig. 35). Door de ETX-70AT zijn talloze
sterren zichtbaar.
Sterrenbeelden – Dit zijn grote, denkbeeldige patronen van sterren waarin de oude beschavingen
een hemelse weergave zagen van objecten, dieren, mensen of goden. Deze patronen zijn te groot
om door een telescoop te zien. Begin met een eenvoudige groep sterren om de sterrenbeelden te
leren, zoals de Grote Beer (ook wel Steelpannetje genoemd). Gebruik daarna een sterrenkaart om
de hemel te onderzoeken.
Melkwegstelsels – Dit is een grote verzamelingen sterren, nevels en sterrenclusters die met elkaar
zijn verbonden door de zwaartekracht. De meeste zijn spiraalvormig (zoals onze eigen melkweg),
maar melkwegstelsels kunnen ook elliptisch zijn of zelfs onregelmatig gevormd. Het Andromeda-
melkwegstelsel (M31) lijkt het meest op ons spiraalvormige melkwegstelsel. Dit melkwegstelsel ziet
er wazig en sigaarvormig uit. Het is 2,2 miljoen lichtjaar verwijderd in het sterrenbeeld Andromeda,