26 Onderhoud
All manuals and user guides at all-guides.com
Probleemoplossing
De volgende suggesties kunnen handig zijn bij de bediening van de ETX-70AT.
Het controlelampje op de telescoop gaat niet aan of er gebeurt niets wanneer u op de
pijltjestoetsen van de Autostar drukt:
Controleer of de stroomschakelaar op het paneel voor de computerbesturing (10C, Fig. 1) op
.
de stand AAN staat.
Controleer of het snoer van de Autostar (4, Fig. 3) stevig verbonden is met de HBX-poort (10A,
.
Fig. 1).
Controleer of de batterijen correct zijn geïnstalleerd en of ze voldoende geladen zijn. Zie „UW
.
TELESCOOP MONTEREN" op pagina 10.
OPMERKING: Als de batterijlading te zwak wordt, merkt u een aanzienlijk verschil in de
zwenksnelheid. Ook kunnen de controlelampjes van de snelheid knipperen en kan de
snelheid veranderen. Als een van deze symptomen optreden, schakel dan de stroom uit
en vervang de batterijen.
.
Als Autostar niet reageert op een opdracht, zet de stroomschakelaar op het paneel voor de
computerbesturing dan op OFF en vervolgens weer op ON.
.
Als de telescoop niet zwenkt nadat de stroom is ingeschakeld of als de motor stopt of afslaat,
controleer dan of er geen fysieke obstructies zijn die de beweging van de telescoop belemme-
ren.
.
Als alle fysieke obstakels zijn verwijderd en de telescoop beweegt nog steeds niet naar beho-
ren, schakel dan de stroom uit en verwijder de Autostar. Steek vervolgens de stekker van de
Autostar weer in de telescoop en schakel de stroom in.
Er is geen beeld te zien door het oculair:
.
Controleer of de stofkap van de telescoop is verwijderd.
.
Controleer of de flip-mirror regeling (15, Fig. 1) op „up" (omhoog) staat (Fig. 2a) als u gebruik
maakt van de oculairhouder (3, Fig. 1), zodat het licht naar het oculair (1, Fig. 1) wordt gericht.
Controleer of de flip-mirror regeling in de stand „down" (omlaag) staat (Fig. 2b) als u het #933
opstaande prisma gebruikt.
De zwenksnelheid verandert niet wanneer u op de toets Snelheid/? drukt, of de telescoop
beweegt langzaam zelfs als u een hoge zwenksnelheid heeft geselecteerd:
De batterijstroom is te laag. Zie „UW TELESCOOP MONTEREN" op pagina 10.Beelden door
.
het oculair zijn onscherp of vervormd:
De vergroting die u gebruikt is te hoog voor de zichtomstandigheden. Kies een oculair met een
.
geringere vergroting. Zie „TE STERKE VERGROTING?" op pagina 11.
Als u zich in een warm huis of gebouw bevindt, ga dan naar buiten. De luchtomstandigheden
.
binnen kunnen de beelden van de aarde of de hemel vervormen, waardoor het moeilijk, zo niet
onmogelijk, wordt om een scherp brandpunt te krijgen. Voor optimale observaties gebruikt u de
telescoop buiten in de open lucht in plaats van door een open of gesloten venster.
. Als u op een warme dag een object op het land observeert, dan vervormen de hittegolven het
beeld. Zie „TERRESTRISCHE OBSERVATIE" op pagina 21.
Om objecten scherp in beeld te krijgen, moet u de focusknop (8, Fig. 1) langzaam verdraaien
.
omdat het focuspunt van een telescoop zeer exact is. Als u de focusknop te snel verdraait, dan
is het mogelijk dat u het focuspunt mist.
De lenzen in de telescoop hebben tijd nodig om zich aan te passen aan de omgevingstemper-
.
atuur buiten om het scherpste beeld te leveren. Zet de telescoop gedurende 10 tot 15 minuten
buiten om „af te koelen", voordat u begint met observeren.
Wanneer u de focusknop verdraait, dan duurt het even voordat het beeld verandert:
Reset de focusknop. Controleer of de stofkap voor de objectieflens (5, Fig. 1) is geplaatst.
.
Verdraai de telescoopbuis zodat hij recht omhoog wijst in de vorkarmen en vergrendel de ver-
ticale grendelknop. Draai de telescoop voorzichtig onderste boven, zodat de voorkant van de
objectieflens op een schoon, vlak oppervlak rust. Gebruik de meegeleverde inbussleutel om
de stelschroef van de focusknop iets los te draaien. Zorg ervoor dat de focusknop #gelijk staat
tegen de achterste cel van de telescoop en draai de stelschroef van de focusknop weer vast.