BELANGRIJKE
OPMERKING:
Als u de automatische
trackingprocedure
uitvoert, gebruik dan
alleen de pijltjesto-
etsen om de tele-
scoop te bewegen.
Zodra de telescoop
is ingesteld in de Alt/
Az-uitgangspositie,
draai dan de tele-
scoopgrendels (6 en
9, Fig. 1) niet los en
beweeg de basis niet
met de hand, want
anders gaat de uitlijn-
ing verloren.
Eur. tijdzone - Tijdverschil
Universal Time
0 uur
Midden-Eur. tijd *
+ 1 uur
Oost-Eur. Tijd
+ 2 uur
* Let op: In geval van
zomertijd bedraagt het
verschil +2 uur.
Tabel 1: Tijdzones
20 autostar-menu's
All manuals and user guides at all-guides.com
Aandrijving uitrichten: Hiermee richt u de motoren voor de hoogte en azimut uit om objecten
.
exacter te kunnen lokaliseren. Als u problemen ondervindt met de richtnauwkeurigheid, volg dan
de procedure die is beschreven in „BIJLAGE D: DE AANDRIJVING UITRICHTEN" op pagina 31 om
er zeker van te zijn dat het richten en volgen nauwkeurig gebeurt.
Volgsnelheid: Hiermee wijzigt u de snelheid waarmee de telescoop objecten in de hemel volgt.
.
a. Siderisch: Dit is de standaardinstelling van Autostar. De siderische snelheid is de standaard
snelheid waarmee de sterren van oost naar west door de hemel bewegen door de rotatie
van de aarde.
b. Maan: Kies deze optie om de maan goed te volgen gedurende lange observatiesessies.
c. Op maat: Hiermee kunt u een zelf gedefinieerde volgsnelheid invoeren.
Omgekeerd L/R: Keert de functies van de pijltjestoetsen naar links en rechts om (d.w.z. met de
.
toets naar rechts beweegt u de telescoop naar links).
Omgekeerd OMHOOG/OMLAAG: Keert de functies van de pijltjestoetsen omhoog en omlaag om
.
(d.w.z., met de toets omhoog beweegt u de telescoop omlaag).
Motor kalibreren: Als de motoren van de telescoop problemen vertonen, dan kunt u deze optie
.
gebruiken om de motoren opnieuw te testen, voordat ze reset. Deze optie wordt ook gebruikt als er
een #Autostar unit tussen telescopen is geplaatst om de Autostar af te stemmen op de telescoop.
Hoge precisie: Als u hoge precisie aanzet wanneer u kijkt naar een zwak hemellichaam (bv. een
.
nevel of melkwegstelsel), dan zwenkt Autostar eerst naar een heldere ster dichtbij en op het display
verschijnt „ENTER voor synchronisatie". Centreer de ster in het oculair en druk dan op ENTER. Op
dit punt is de telescoop zeer precies uitgelijnd voor dat gedeelte van de hemel en hij zwenkt dan
naar het object dat oorspronkelijk was gevraagd.
Met Doelen wisselt u tussen astronomische doelen en terrestrische doelen. Als er astronomis-
che doelen zijn geselecteerd, dan wordt de volgmotor van de telescoop geactiveerd en blijven de
objecten die u observeert in het midden van het oculair. Als er terrestrische doelen zijn geselecteerd,
dan wordt de volgmotor uitgeschakeld.
Om een object automatisch te volgen stelt u de telescoop in op de uitgangspositie Alt/Az (zie
„EENVOUDIGE UITLIJNINGSPROCEDURE MET TWEE STERREN, stap #8", pagina 14). Vervolgens
lokaliseert u het object dat u wilt observeren met behulp van de Autostar pijltjestoetsen (zie pagina
11) en centreert het object in het oculair. Blader dan naar het menuscherm „Doelen: Astronomisch"
en druk op ENTER. Autostar zal de telescoop dan automatisch zwenken (bewegen) om het object in
het midden van het oculair te houden.
Locatie geeft toegang tot diverse opties, zoals:
Selecteer: Toont de momenteel geselecteerde observatieplaats en stelt u ook in staat om andere
.
locaties te selecteren die u heeft ingevoerd in een door de gebruiker gedefinieerde databank (zie
„Toevoegen" hieronder). Gebruik de scroll-toetsen om door alle beschikbaar locaties in deze data-
bank te bladeren. Druk op ENTER wanneer de locatie die u wilt selecteren op het display verschijnt.
Gebruik deze optie wanneer u naar een andere geografische locatie gaat.
OPMERKING: Alleen de locatie die is ingevoerd tijdens de initialisatie (zie pagina 16)
wordt weergegeven, totdat u andere locaties heeft ingevoerd met behulp van de optie
„Toevoegen".
Toevoegen: Hiermee kunt u een nieuwe observatieplaats toevoegen aan de databank (u kunt
.
maximaal zes locaties opslaan). Blader door de lijst van landen/staten en druk op ENTER wanneer
de locatie die u wilt toevoegen op het display verschijnt. Kies dan de gewenste stad op dezelfde
manier.
Wissen: Hiermee wist u een opgeslagen locatie uit de databank.
.
Bewerken: Hiermee bewerkt u een geselecteerde locatie, inclusief naam, breedte, lengte en tijd-
.
zone. De tijdzone verwijst naar het tijdverschil met de Greenwich Mean Time (GMT). Gebruikers ten
westen van Greenwich in Engeland trekken uren eraf („-" uren)en die ten oosten van Greenwich
tellen uren erbij („+" uren). Zie tabel 1.
OPMERKING: Autostar compenseert de zomertijd indien deze optie is geselecteerd. Zie
„Installatiemenu: Zomertijd" op pagina 19.
Gegevens eigenaar geeft toegang tot het menu met informatie over de eigenaar, zoals:
Naam: Hier kunt u zowel uw voornaam als uw achternaam invullen door met de pijltjestoetsen
.
omhoog en omlaag door het alfabet te bladeren. Gebruik de pijltjestoetsen naar rechts en links om
door de tekst te bewegen. Druk op ENTER wanneer u klaar bent met invoeren.
Adres: Gebruik de pijltjestoetsen omhoog en omlaag om uw huisadres, stad, staat en postcode in
.
te voeren. Druk op ENTER u klaar bent met invoeren.
Statistieken geeft de statistische basisgegevens over Autostar, zoals:
Vrije karakters: Geeft weer hoeveel ruimte beschikbaar is in het geheugen voor door de gebruiker
.
gedefinieerde objecten.
Versie: Geeft weer welke versie van de Autostar software momenteel wordt gebruikt.
.
Met Resetten kunt u de Autostar geheel resetten. Als u dit heeft gedaan dan moet de u Autostar
weer initialiseren voordat u verder kunt gaan met observeren. Zie „AUTOSTAR INITIALISEREN"
op pagina 12. Ook moet u de handelingen uitvoeren die zijn beschreven in „DE AANDRIJVING
UITRICHTEN" op pagina 31.