Fig.6: : Pijltjestoetsen op de
Autostar.
OPMERKING:
De
Autostar
vraagt
alleen de eerste keer
dat hij wordt geac-
tiveerd om informatie
over land/staat, stad,
en telescoopmodel. Als
u deze informatie wilt
wijzigen, gebruik dan
de opties „Locatie" en
„Telescoopmodel" in
het installatiemenu.
All manuals and user guides at all-guides.com
De vergroting van een telescoop wordt bepaald door de brandpuntsafstand van de telescoop en
de brandpuntsafstand van het oculair. Om oculairvergroting te berekenen, moet u de brandpunt-
safstand van de telescoop delen door de brandpuntsafstand van het oculair. Stel bijvoorbeeld dat
de ETX-70AT is voorzien van een 25mm oculair en dat de brandpuntsafstand van de ETX-70AT
350mm is (zie „SPECIFICATIES" op pagina 27). In dit geval geldt:
Oculairvergroting = Brandpuntsafst. telescoop / Brandpuntsafstand oculair = 350mm/ 25mm= 14x
De oculairvergroting vergroting is dus 14x.
Handmatige bediening van de telescoop zonder Autostar
Als u een ver object op het land wilt observeren, zoals een bergtop of een vogel, dan kunt u de tele-
scoop hierop richten en door het oculair kijken. Plaats de telescoop op een tafel of statief, draai de
horizontale en verticale grendelknoppen (6 en 9, Fig. 1) los en richt de telescoop op het object dat
u wilt observeren. Kijk long de bovenkant van de telescoopbuis totdat u het object heeft gevonden.
Wanneer het object in het oculair verschijnt, stel het beeld dan scherp door aan de focusknop (8,
Fig. 1) te draaien. Draai de knop met de klok mee om scherp te stellen op objecten veraf en tegen
de klok in om scherp te stellen op objecten die dichtbij zijn.
U kunt met behulp van deze methode ook sterren en objecten in de nachtelijke hemel observeren,
maar u zult merken dat de objecten langzaam beginnen te verschuiven over het oculairveld. Deze
beweging wordt veroorzaakt door de rotatie van de aarde. Als u de bediening van de Autostar heeft
gelezen, dan kunt u deze verschuiving tegengaan met behulp van de automatische volgfunctie in
het installatiemenu (zie „EEN OBJECT AUTOMATISCH VOLGEN" op pagina 20), of door middel van
de GO TO functies van de Autostar (zie „GA NAAR SATURNUS" op pagina 15).
Handmatige bediening van de telescoop met de pijltjestoetsen van de
Autostar
U kunt objecten in de hemel en op het land ook observeren met behulp van de pijltjestoetsen van de
Autostar.
Als u dit nog niet heeft gedaan, monteer dan uw telescoop volgens de stappen die zijn beschreven onder
„UW TELESCOOP MONTEREN" op pagina 10. Zet vervolgnes de AAN/UIT schakelaar (10, Fig. 1) op
het paneel voor de computerbesturing op ON. Nu verschijnt het copyright bericht op het display van de
Autostar. Druk op de toets Snelheid/? (8, Fig. 3) de waarschuwing over de zon te accepteren. Nu ver-
schijnt het bericht „Aan de slag" op het display. Houd de ENTER-toets (A) ingedrukt totdat „Land/Staat"
verschijnt op het display.(Negeer voorlopig de vragen „Datum" en „Tijd" – deze functies worden verderop
in deze handleiding uitgelegd).Gebruik de
scroll-toetsen (D) om door de databank van
landen/staten te bladeren. Druk op ENTER
(A) wanneer uw locatie verschijnt. Gebruik
vervolgens de scroll-toetsen (D) om naar
de dichtstbijzijnde stad te gaan van waar u
gaat observeren en druk op ENTER. Gebruik
dan de scroll-toetsen (D) om uw telescoop-
model weer te geven en druk op ENTER.
Nu verschijnt op het display de mededeling
„Installatie: Uitlijnen".
U kunt nu de pijltjestoetsen (5, Fig. 3)
gebruiken om de telescoop omhoog, omlaag,
naar rechts of links te zwenken (bewegen).
Om de zwenksnelheid van de telescoop te
wijzigen, drukt u kort op de toets Snelheid/?
(8, Fig. 3). Telkens als u hierop drukt neemt
de zwenksnelheid met één stap af, totdat de
laagste snelheid is bereikt en de telescoop
weer begint bij de hoogste snelheid. Zie
pagina 22 voor meer informatie.
Draai de verticale en horizontale grendel-
knoppen (6 en 9, Fig. 1) vast (totdat u
„voldoende weerstand voelt", draai ze niet
te vast aan). Kijk langs de zijkant van de
telescoopbuis om een object te lokaliseren
en oefen met het gebruik van de Autostar-
pijltjestoetsen om het object te centreren in
het gezichtsveld van de telescoop. Gebruik
de focusknop (8, Fig. 1) van de telescoop
om het object in het brandpunt te brengen.
Deze procedure vormt slechts een zeer
klein onderdeel van de capaciteiten van
de Autostar. In het volgende hoofdstuk
van deze handleiding, begint u te leren hoe u
gebruik kunt maken van de uitgebreide en krachtige kenmerken van de Autostar.
Te
TIPS
VOOR BEGINNERS
Sterke vergroting?
Kan de vergroting ooit te sterk zijn? Als het gaat om
de oculairvergroting, dan is het antwoord ja! De meest
voorkomende fout van de beginnende observator is
zijn of haar telescoop te „overladen" door een te sterke
vergroting te kiezen die redelijkerwijs niet kan worden
ondersteund door de apertuur van de telescoop en
atmosferische omstandigheden. Vergeet niet dat een
kleiner, maar helder en goed gescheiden beeld veel
mooier is dan een groter beeld dat niet helder en slecht
gescheiden is (zie hieronder). Vergrotingen van meer dan
110X kunt u alleen gebruiken onder zeer stabiele atmos-
ferische omstandigheden.
Autostar het beste oculair voor u kan berekenen. Probeer
de functie „Oculair berekenen" in het hulpprogram-
mamenu.
De meeste observators hebben drie of vier extra ocu-
lairs om te kunnen beschikken over alle vergrotingen
die redelijkerwijs mogelijk zijn met ETX-telescopen. Zie
„OPTIONELE ACCESSOIRES" op pagina 25.
Fig. 7a & b: Jupiter, voorbeeld van te sterke vergroting.
aan de slag 11