OPMERKING:
In de hele han-
dleiding komt u de
term „Alt/Az" tegen.
Alt/Az wordt veel
gebruikt om te ver-
wijzen naar hoogte
of horizontaal en
azimut of verticaal.
Alt/Az is slechts één
van de vele meth-
oden die worden
gebruikt door ama-
teurastronomen om
de sterren te loka-
liseren in de nach-
telijke hemel.
8 Kenmerken van de autostar
All manuals and user guides at all-guides.com
De Autostar computerbesturing kan praktisch elke telescoopfunctie regelen met behulp van
een compacte handbediening. De Autostar heeft soft-touch toetsen voor een zekere bedien-
ing. Het LCD (Liquid Crystal Display) is verlicht met een rode LED (Light Emitting Diode), zodat
u het goed kunt zien in het donker. De verlichte display, de toetsopstelling en de sequentiële
databank maken de Autostar uiterst gebruikersvriendelijk.
OPMERKING: de Autostar heeft geen batterijen nodig, omdat de batterijen van de tele-
scoop zorgen voor de stroomvoorziening van de Autostar.
2-regelig LCD – Dit is de interface tussen de Autostar en de telescoop.
Bovenste regel: Geeft de hoofdcategorie of het menu-item weer.
.
Onderste regel: Bevat een menuoptie of informatie over een object of subject, afhankelijk
.
van die functie die u uitvoert.
ENTER-toets – Geeft op toegang tot het volgende menu of het volgende gegevensniveau
in de Autostar-databank. Zie „DOOR DE AUTOSTAR-MENU'S BLADEREN" op pagina 12 en
„AUTOSTAR-MENU'S" op pagina 16.
OPMERKING: Als u twee seconden of langer op ENTER drukt en de knop dan loslaat,
dan geeft de Autostar een piep en verschijnt „ENTER voor synchronisatie" op het display.
„ENTER voor synchronisatie" is alleen relevant als de telescoop is uitgelijnd en naar een
object wijst. Als u per ongeluk de functie „ENTER voor synchronisatie" heeft opgeroepen,
druk dan op MODE om terug te keren naar het vorige bericht op het display. Zie „HOGE
PRECISIE" op pagina 20 voor meer informatie over deze functie.
MODE-toets – Keert terug naar het vorige menu of het vorige gegevensniveau in de Autostar-
databank totdat het bovenste niveau, „Selecteer item", is bereikt. De MODE-toets lijkt op de
ESCAPE-toets op een computer.
OPMERKING: Als u op MODE drukt in het niveau „Selecteer item", dan gaat de Autostar
naar het bovenste scherm: „Selecteer item: Object".
OPMERKING: Als u twee seconden of langer op MODE drukt, dan wordt de volgende
informatie beschikbaar met behulp van de scroll-toetsen (6 en 7, Fig. 3):
De coördinaten rechte klimming en declinatie (astronomische)
.
.
De coördinaten hoogte (verticaal) en azimut (horizontaal)
.
De lokale tijd en lokale sterrentijd (LST)
.
De status van de timer en het alarm
Druk opnieuw op MODE om terug te keren naar het vorige menu.
GO TO-toets - Zwenkt (beweegt) de telescoop naar de coördinaten van het momenteel gese-
lecteerde object. Als de telescoop zwenkt, dan kunt u de beweging annuleren wanneer u maar
wilt door op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de GO TO-toets. Als u
opnieuw op GO TO drukt, dan zwenkt de telescoop weer verder naar het object.
5 Pijltjestoetsen - Zwenkt de telescoop in een bepaalde richting (omhoog, omlaag, naar links
of rechts). Er zijn negen verschillende zwenksnelheden. Hoe u de snelheid selecteert, wordt
uitgelegd onder „ZWENKSNELHEDEN" op pagina 22. De volgende functies zijn ook beschik-
baar met de pijltjestoetsen:
Gegevensinvoer - Gebruik de pijltjestoetsen omhoog en omlaag om door de letters van
.
het alfabet en de cijfers te bladeren. De pijltjestoets omlaag begint met de letter „A" en de
pijltjestoets omhoog begint met het cijfer „9". De pijltjestoetsen naar links en rechts gebruikt
u om de knipperende cursor naar links of rechts over het LCD te bewegen.
Alt/Az-uitlijning - Gebruik de pijltjestoetsen omhoog en omlaag om de telescoop verticaal
.
omhoog en omlaag te bewegen. Met de pijltjestoets naar links draait u de telescoop hori-
zontaal tegen de klok in en met de pijltjestoets naar rechts draait u de telescoop horizontaal
met de klok mee.