Pictogram noodtoets
Het pictogram afb. 12.Q licht
op wanneer de noodtoets
geactiveerd is (zie par. 6.7).
6.10
FUNCTIE BLUETOOTH
De Bluetooth-functie staat een directe
draadloze verbinding tussen de machine en
een apparaat over een korte afstand toe.
De specifieke App voor gegevensuitwisseling,
waarvan de gebruiksaanwijzing afzonderlijk wordt
verstrekt, moet op het apparaat zijn geïnstalleerd.
De Bluetooth-verbinding wordt
automatisch geactiveerd wanneer
de machine wordt gestart en de
succesvolle verbinding met het
apparaat wordt bevestigd door het
oplichten van het pictogram afb. 12.M.
7. GEBRUIK VAN DE MACHINE
WAARSCHUWING
De veiligheidsnormen die in acht genomen
moeten worden, zijn beschreven in hfdst. 2.
Neem deze aanwijzingen strikt in acht om
geen ernstige risico's of gevaren te lopen.
7.1
VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN
Alvorens te beginnen met werken dienen er
enkele controles en handelingen uitgevoerd te
worden om er zeker van te zijn dat het werk op
de meest nuttige en veilige manier zal verlopen.
7.1.1
Controle van de accu
Alvorens de machine voor de eerste keer
te gebruiken na de aankoop, moet men
de accu volledig opladen (par. 8.2.2).
Controleer voor elk gebruik de
laadtoestand van de accu (afb. 12.F).
7.1.2
Verstelling van de stoel
Om de positie van de stoel af te stellen schroeft
u de vier stelschroeven (afb. 13.A) wat los en
laat u de stoel langs de steungaten schuiven.
Wanneer de stoel op de juiste hoogte staat, zet
u de vier stelschroeven (afb. 13.A) stevig aan.
7.1.3
Druk van de banden
Een juiste bandenspanning is noodzakelijk
om de snijgroep geheel evenredig
boven het grasoppervlakte te krijgen,
zodat u een mooi maaibeeld krijgt.
1. Draai de beschermende dopjes los.
2. Sluit de kleppen aan op een persluchttoevoer
voorzien van een drukmeter (afb. 14).
3. Regel de druk op de waarden aangegeven
in de tabel "Technische Gegevens".
7.1.4
Voorbereiding van de
machine voor het werk
OPMERKING
Met deze machine kan men het gras op
verschillende wijzen maaien; vooraleer
het werk aan te vangen, raadt men aan
de machine af te stellen al naargelang de
wijze waarop men het gras wil maaien.
a. Voorbereiding voor het maaien en de
zijdelingse aflaat van het gras op de grond
(enkel voor modellen met zijdelingse
opvang):
Waak er steeds over dat de binnenste veer van
de deflector (afb. 7.A) en de veiligheidshendel
(afb. 7.B, 8.B) op correcte wijze werken en
deze stabiel in de lage stand houden.
b. Voorbereiding voor het maaien en
opvangen van gras in de opvangzak (alleen
voor modellen met achteropvang): Haak
de opvangzak (afb. 15.A) aan de steunen
(afb. 15.B) en centreer deze ten opzichte van
de achterplaat. Centreer het geheel door de
rechtersteun te gebruiken als lateraal steunpunt.
Zorg dat de onderste pijp van de
opvangzakmonding zich vast haakt aan de
daarvoor bestemde veerhaak (afb. 15.C).
c. Voorbereiding voor het maaien en uitladen
van gras aan de achterzijde (alleen voor
modellen met achteropvang):
Als u zonder opvangzak wilt werken,
is op aanvraag een beschermingsset
voor achterste aflaatbescherming
verkrijgbaar (afb. 16; par. 16.4) die aan de
achterplaat bevestigd moet worden zoals
aangegeven in de relevante instructies.
d. Voorbereiding voor het maaien en hakselen
van het gras:
Indien u het gras wilt maaien, klein hakselen
en op het gazon laten liggen, is er, op
aanvraag, een kit voor "mulching" beschikbaar
(par. 16.1) dat bevestigd moet worden zoals
aangegeven in de desbetreffende instructies.
NL - 16