Toets "CRUISE CONTROL"
Door op de knop afb. 12.G te
drukken, wordt de functie "CRUISE
CONTROL". in-/uitgeschakeld.
De Cruise Ontrol is een commando
dat toestaat de gewenste snelheid
bij voorwaartse werking aan te
houden, zonder dat het nodig is de
trekpedaal ingedrukt te houden.
• Door de toets "CRUISE CONTROL"
(afb. 12.G) in te duwen terwijl u
vooruit gaat, zal de machine de
snelheid behouden die op dat
ogenblik bereikt werd, zonder
dat het nodig is het trekpedaal
(afb. 11.E) ingedrukt te houden.
Als de functie actief is, wordt het
pictogram afb. 12.I verlicht.
OPMERKING
Bij achteruit rijden, kan de
functie "CRUISE CONTROL"
niet ingeschakeld worden.
OPMERKING
Bij stijgende of dalende banen,
kan de snelheid veranderen ten
opzichte van de snelheid die op
vlakke ondergrond ingesteld werd.
Om de inrichting uit te schakelen en
de bediening van de snelheid door
middel van het trekpedaal (afb. 11.F)
te herstellen, is het voldoende:
• op de toets afb. 12.G te drukken.
of
• de trekpedaal (afb. 11.F)
in te drukken.
Toets "ECO"
Door op de knop afb. 12.H te
drukken, wordt de functie "ECO" in-/
uitgeschakeld.
De "ECO" -functie bespaart
energie bij het maaien van gras
door de voorwaartse snelheid
en rotatiesnelheid van de maai-
inrichtingen te optimaliseren om de
levensduur van de accu te verlengen.
Als de functie actief is, wordt het
pictogram afb. 12.J verlicht.
We raden het gebruik van
de "ECO" -functie bij zware
maaiomstandigheden (maaien
met dicht, hoog, vochtig gras) af.
Pictogram Let op
Indien het pictogram afb. 12.E verlicht
is, duidt dit op het niet naleven
van de veiligheidsvoorwaarden
of op een mogelijke storing van
de machine (zie hoofdstuk 15).
Led accu
De leds afb. 12.F, genummerd van
1 tot 5 beginnend van links, geven
normaal gesproken het laadniveau
van de accu van de machine
aan, maar bepaalde combinaties
van hun verlichtingsstatus geven
informatie over machinestoringen
(zie hoofdstuk 15).
Pictogram "Bluetooth"
Het pictogram fig. 12.M licht
op wanneer de machine en het
apparaat voor gegevensuitwisseling
verbonden zijn.
Pictogram overtemperatuur
controllers en/of motor
Het pictogram afb. 12.N geeft de
oververhitting van de elektrische
onderdelen aan. Zie hoofdstuk 15.
Pictogram hendel voor in- /
uitschakelen van de transmissie
Het pictogram afb. 12.O gaat
aan wanneer de transmissie
niet ingeschakeld is (zie
par. 6.4 en hfdst. 15).
Pictogram aanwezigheid
bestuurder aan boord
Het pictogram afb. 12.P licht op
wanneer de bestuurder niet op
de stoel zit (zie par. 7.2.2).
NL - 15
LET OP