Nederlands
W2
U2
V2
U1
V1
W1
L1
L2
L3
W2
U2
V2
U1
V1
W1
L1
L2
L3
W2
U2
V2
U1
V1
W1
fig. 12: Netaansluiting
Inschakeltype
Direct
Y-Ó-start
7.3
Aansluiting stilstandverwarming
8
Inbedrijfname
Veiligheid
70
AANWIJZING
• Op de klemmen van de PTC-voelers mag een max. spanning van 7,5 V
worden gezet, een hogere spanning leidt tot onherstelbare beschadi-
ging van de PTC-voelers.
• De netaansluiting op het klemmenbord is afhankelijk van het nomi-
nale motorvermogen P
type. De vereiste schakeling van de verbindingsbruggen in de
klemmenkast vindt u in de volgende tabel en op fig. 12.
• Neem bij aansluiting van automatisch werkende schakeltoestellen de
overeenkomstige inbouw- en bedieningsvoorschriften in acht.
Motorvermogen P
Netspanning 3 ~ 230 V
Ó-schakeling (fig. 12 boven)
Verbindingsbruggen verwij-
deren (fig. 12 onder)
Een stilstandverwarming wordt aanbevolen voor motoren die door de
klimaatsomstandigheden blootgesteld zijn aan condensvorming (bijv.
stilstaande motoren in een vochtige omgeving resp. motoren die
blootgesteld zijn aan sterke temperatuurschommelingen). Dergelijke
motorvarianten, die af fabriek met een stilstandverwarming uitgerust
zijn, kunnen als speciale uitvoering besteld worden.
De stilstandverwarming dient als bescherming van de motorwikkelin-
gen tegen condenswater binnenin de motor.
• De aansluiting van de stilstandverwarming vindt plaats op de klem-
men HE/HE in de klemmenkast (aansluitspanning: 1~230 V/50 Hz).
AANWIJZING
• De stilstandverwarming mag niet ingeschakeld zijn tijdens het motor-
bedrijf.
GEVAAR! Levensgevaar!
Vanwege de niet gemonteerde veiligheidsvoorzieningen van de
klemmenkast of het moduledeksel resp. in het bereik van de kop-
peling kan door een elektrische schok of door aanraking van draai-
ende onderdelen levensgevaarlijk letsel worden veroorzaakt.
• Na inbedrijfname of onderhoudswerkzaamheden moeten de eerder
gedemonteerde veiligheidsvoorzieningen, zoals het klemmen-
kastdeksel, het moduledeksel of de koppelingsafdekkingen, weer
worden gemonteerd!
• Tijdens de inbedrijfname afstand houden.
, van de netspanning en van het inschakel-
2
i 3 kW
2
Netspanning 3 ~ 400 V
Y-schakeling (fig. 12 midden) Ó-schakeling (fig. 12 boven)
Niet mogelijk
j 4 kW
Motorvermogen P
2
Netspanning 3 ~ 400 V
Verbindingsbruggen verwij-
deren (fig. 12 onder)
WILO SE 09/2010