6.1.2 - Start bij lage temperatuur
De weerstanden worden geactiveerd om te waarborgen dat de warmtepomp ook gestart kan worden als de
temperatuur van het water in het watercircuit laag is (deze voorwaarden doen zich af en toe voor, bijvoorbeeld
de eerste keer dat de installatie wordt gestart of wanneer de ondervloer moet drogen).
Als het water in het watercircuit een temperatuur van ongeveer 12°C heeft bereikt, worden de weerstanden
uitgeschakeld en wordt de normale werking van de warmtepomp hervat.
6.1.3 - Anti-legionellafunctie
De parameters ADDR228 tot ADDR233 regelen de anti-legionellafunctie.
De parameter ADDR229 onderscheidt twee macromodi:
ADDR229=0
De anti-legionellafunctie wordt verkregen dankzij de combinatie van de hoofdwarmtepomp en een optionele
elektrische weerstand (uitgang K5).
De productie van warm water wordt beheerd door de temperatuurmeter T3 ADDR228= 2 en de anti-
legionellafunctie wordt geactiveerd (ADDR230>0), waarbij de machine als volgt werkt:
- Ze wordt gestart elke ADDR230 dagen gestart op het tijdstip ADDR231 en begint het water te verwarmen
tot de temperatuur ADDR232 is bereikt.
- Als de machine de temperatuur van ADDR232 heeft bereikt, houdt ze gedurende een tijd van ADDR233
binnen 2°C. Als binnen 7 uur na de inschakeling de temperatuur van ADDR232 nog altijd niet bereikt is,
verricht de machine na 24 uur een nieuwe poging. Als ook deze tweede poging mislukt, wordt het alarm
E08 weergegeven.
ADDR229=1
De anti-legionellafunctie wordt verkregen met een enkele optionele elektrische weerstand (uitgang K5),
waarbij de voorwaarden beschreven in de parameter ADDR229=0 behouden blijven.
De uitgang K5 kan niet direct worden aangesloten op het verwarmingselement, maar voeg een extern
relais met geschikte elektrische specificaties toe.
De anti-legionellafunctie wordt volledig onafhankelijk van het secundaire circuit met R134a verricht.
6.2 - CONTROLE OP AFSTAND
Op afstand kunnen bepaalde functies van het apparaat worden gecontroleerd.
Parameter "ADDR220"
0 = controle op afstand gedeactiveerd
1 = controle op afstand met seriële verbinding
2 = controle op afstand met potentiaalvrije contacten
6.2.1 - Serieel
Alleen met de domotica SIOS CONTROL kan de controle via seriële verbinding plaatsvinden. Als de controle met
seriële verbinding geactiveerd is, zijn bepaalde functies op het hoofdscherm gedeactiveerd (bijv. werkwijze, timer).
6.2.2 - Potentiaalvrije contacten
De contacten moeten worden aangesloten op het klemmenbord van de elektronische kaart van de binnenunit.
De contacten moeten gesloten zijn op de klem L. Als de controle met potentiaalvrije contacten geactiveerd
is, zijn bepaalde functies op het hoofdscherm gedeactiveerd (bijv. werkwijze).
Klem
klem 1
klem 2
klem 3
klem 4
klem 5
NL - 40
Beschrijving
Activering koelen
Activering verwarmen
Activering setpoint ECO
Activering functie Night
COMMON CONNECTED TO N