goed onderhouden is en de eventueel aanverwante elektrische componenten zijn
afgedicht, om te vermijden dat eventueel vrijkomend koudemiddel vlam kan vatten.
21. Controleer of het koelsysteem geaard is, voordat het systeem met koudemiddel
wordt gevuld. Breng een label op het systeem aan als het is gevuld. Let bijzonder
goed om te vermijden dat het koelsysteem overbelast wordt.
22. Onderwerp het systeem aan een druktest met OFN, voordat het wordt gevuld, en
aan een dichtingstest nadat het is gevuld voordat het in werking wordt gesteld.
Onderwerp het systeem aan een extra dichtingstest, voordat de plaats wordt
verlaten.
22a. Tap het koudemiddel veilig af. Draag het koudemiddel over naar gasflessen die
voor het opvangen hiervan geschikt zijn. Zorg voor voldoende gasflessen, zodat de
volledige hoeveelheid kan worden opgevangen. Alle gasflessen zijn voor dit type
koudemiddel van een label voorzien (speciale gasflessen voor het terugwinnen van
koudemiddel). De gasflessen moeten voorzien zijn van een terugstroomklep en een
afsluiter die in goede staat verkeren. Lege gasflessen moeten worden afgevoerd en,
indien mogelijk, voor de terugwinning worden gekoeld.
22b.De technicus moet alle benodigde hulpmiddelen, die in goede staat verkeren,
beschikken over een reeds aanwijzingen en voor de terugwinning van koudemiddelen
(ook ontvlambaar) geschikt zijn, binnen handbereik hebben. Bovendien moeten
een reeks gebalanceerde weegschalen,die in goede staat verkeren, aanwezig zijn.
Controleer of de leidingen in goede staat verkeren en voorzien zijn van lekvrije
koppelingen.
22c. Controleer vóór het gebruik of de machine voor het terugwinnen in goede staat
verkeert, goed is onderhouden en alle elektrische componenten ervan zijn
geïsoleerd, zodat eventueel vrijkomend koudemiddel ze niet kan binnendringen. Bij
twijfel contact opnemen met de fabrikant.
23. Het opgevangen koudemiddel moet in de geschikte gasfles aan de leverancier worden
afgegeven, met ondertekening van het afvaloverdrachtsbewijs. Koudemiddelen
mogen NIET worden gemengd in het aftapapparaat of de gasflessen
24. Als de compressors, of de compressoroliën verwijderd moeten worden, controleer
dan of ze geleegd zijn tot een aanvaardbaar niveau om er zeker van te zijn dat
het ontvlambare koudemiddel niet in het smeermiddel achterblijft. Verricht deze
procedure voordat de compressor naar de leverancier wordt teruggezonden.
Gebruik de elektrische verwarming uitsluitend op het huis van de compressor, om
dit proces te versnellen.
25. Controleer, wanneer vulapparatuur gebruikt wordt, of geen contaminatie tussen
verschillende koudemiddelen plaatsvindt. De slangen of de leidingen moeten zo
kort mogelijk zijn om de hoeveelheid koudemiddel erin tot het minimum te beperken.
26. Installeer, plaats en gebruik het apparaat in een ruimte met een oppervlak dat groter
is dan is vermeld in tabel 1.
27. De unit niet doorboren of verbranden.
28. Elektrische componenten die vervangen worden MOETEN geschikt zijn voor en
overeenstemmen met de specificaties van het apparaat. Elk onderhoud MOET
worden verricht in overeenstemming met de aanwijzingen van deze handleiding. Bij
twijfel contact opnemen met de fabrikant.
29. Verricht de volgende controles:
• De afmetingen van de kamer, waarin de delen aanwezig zijn die het koudemiddel
bevatten, zijn in overeenstemming met de huidige vulhoeveelheid van het
koudemiddel (zie par. 0,5);
• Het ventilatie-apparaat werkt correct en de uitgangen zijn niet verstopt;
• De markeringen op de unit zijn altijd leesbaar en goed zichtbaar. Herstel ze als dit
niet het geval is;
• De leidingen of componenten die het koudemiddel bevatten, MOETEN
geïnstalleerd worden op een plaats waar ze door geen enkele substantie kunnen
corroderen, tenzij de componenten zijn vervaardigd van materialen die intrinsiek
corrosiebestendig zijn of op passende wijze tegen dit risico zijn beschermd.
NL - 7
SHERPA AQUADUE TOWER