14.
Binding functie
Zender en ontvanger zijn al in de fabriek op elkaar afgestemd en kunnen meteen gebruikt worden.
Hernieuwde binding is alleen nodig na vervanging van een ontvanger of zender of voor het opheffen van storingen.
Omdat andere fabrikanten verschillende coderings- en decoderingsmethoden gebruiken, kunnen zender en ontvan-
ger niet gecombineerd en gebruikt worden met producten van andere fabrikanten.
Opnieuw tot stand brengen van de binding:
Om de binding tussen zender en ontvanger opnieuw te herstellen moet de vliegaccu ontkoppeld en de zender uitge-
schakeld zijn.
Druk op de binding-toets (1) en houd deze ingedrukt.
Terwijl u de binding-toets ingedrukt houdt, sluit u de vlieg-
accu aan de ontvanger-/regelaarbouwsteen aan. De LED
op de ontvanger-/regelaarbouwsteen (2) zal eerst knippe-
ren en daarna oplichten. Dit is echter op dit moment geen
aanduiding van een beschikbare binding.
Druk op de binding-toets op de zender (3) en houd deze nu
ingedrukt.
Terwijl u de binding-toets (3) ingedrukt houdt, schakelt u de
zender met behulp van de functieschakelaar (zie afbeel-
ding 1, pos. 6) in en houdt u de toets nog 3 - 5 seconden
ingedrukt.
Ontkoppel aansluitend de vliegaccu van de ontvanger-/regel-
aarbouwsteen en schakel de zender uit.
De bindingsprocedure is daarmee afgesloten en na de vol-
gende inschakelprocedure worden de doorgegeven stuur-
signalen opnieuw ontvangen en is de afstandsbediening
bedrijfsklaar.
Voor een beter overzicht werd bij afbeelding 25 de uitgebouwde mechaniek getoond. Het is echter zonder
probleem mogelijk de binding-toets van het model ook bij ingebouwde mechaniek in te drukken.
122
Afbeelding 25