nl Uw apparaat leren kennen
4 Uw apparaat leren kennen
4.1 Bedieningselementen
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw apparaat instellen en informatie krijgen over de gebruikstoestand.
1
Afhankelijk van het apparaattype kunnen details op de afbeelding verschillen, bijv. de kleur en de vorm.
1
Functiekeuzeknop
2
Touch-velden
3
Display
4
Draaiknop
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmetho-
den en overige functies in.
Bij vele apparaatuitvoeringen kan de functiekeuzeknop
worden verzonken.
Touch-velden
Touch-velden zijn aanraakgevoelige oppervlakken. Om een functie te kiezen het betreffende veld selecteren.
Symbool
Naam
Magnetron
Automatische programma's
Tijdfuncties
Temperatuur
124
2
Wanneer u de functiekeuzeknop van de nulstand naar
een functie draait, duurt het enkele seconden tot de be-
treffende functie beschikbaar is.
Draaiknop
Met de draaiknop wijzigt u de instelwaarden die op het
display zijn geaccentueerd.
Bij vele apparaatuitvoeringen kan de draaiknop worden
verzonken.
Bij keuzelijsten, bijv. programma's, begint na het laatste
punt het eerste weer.
Bij waarden, bijv. gewicht, moet u de draaiknop weer
terugdraaien zodra de minimale of maximale waarde
bereikt is.
Gebruik
Vermogensstanden van de magnetron kiezen, of de magnetronfunc-
tie samen met een verwarmingsmethode inschakelen.
Selectie van de automatische programma's oproepen.
Timer, tijdsduur of tijd instellen.
Temperatuur instellen selecteren.
3
4