5.2
Aansluiting op de
elektriciteitsvoorziening
Alvorens over te gaan tot de
aansluiting
elektriciteitsvoorziening, dient
men zich ervan te verzekeren
dat de spanning overeenkomt
met de kenmerken die op het
CE
plaatje
verbindingsplaatje
stroomsnoer aangeduid zijn.
Controleer dat de elektrische
voedingslijn geschikt is voor de
belasting van de machine (zie
in
hoofdstuk
kenmerken").
Sluit het apparaat aan op een aardleiding die voldoet aan de geldende
voorschriften.
Controleer zo ook dat het
stroomsnoer efficiënt is en
voldoet aan de nationale- en
Europese
veiligheidsvoorschriften.
De gebruiker dient te zorgen
dat de machine gevoed en de
lijn
met
veiligheidsschakelaar
beschermd wordt, volgens de
voorschriften die gelden in het
land zelf.
op
de
en
op
het
op
het
"technische
een
geschikte
Sluit het stroomsnoer (E) met behulp van een stekker op het
elektriciteitsnet aan, of zorg in geval van een vaste installatie voor een
veelpolige schakelaar (D) met een contactafstand van tenminste 3 mm
voor de scheiding van het net.
Voor de verandering van spanning wordt naar het schema verwezen dat
zich in de doos van de hoofdschakelaar bevindt.
HET IS VERPLICHT de
geel/groene kabel op de
aardinstallatie van de ruimte
aan te sluiten.
Afhankelijk van de geldende
normen in het land van
gebruik van de machine, moet
de kabel voor aansluiting op
de
stroomleiding
uitgerust met een alpolige
schakelaar
opening van de contacten van
3 mm), of met een stekker die
conform is aan de normen.
Het wordt aangeraden om
een aardlekschakelaar (RDC)
met een nominale differentiële
stroom van max 30 mA te
installeren.
Nederlands
worden
(met
minimale
201