11. PROBLEMEN
Waarschuwing: Schakel de stroom uit voordat er service aan de pomp wordt gedaan
De pomp met electromotor mag niet droogdraaien (ook niet voor een korte periode).
OFF
Volg de bedieningsinstructies indien nodig neem contact op met dichtstbijzijnde service centrum of installateur.
Probleem
oorzaak
1) de motor
1a) verkeerde voeding
start niet
1b) electrisch verkeerd aangesloten
1c) motorbeveiliging (overbelasting)
vliegt eruit
1d) zekering(en) kapot
1e) as geblokkeerd
1f) als
oorzaken zijn gecontroleerd,
hoogst-waarschijnlijk
electromotor defekt of verbrandt.
2) Pomp
2a) Aanwezigheid van vaste delen
geblokkeerd
in de rotor
2b) Lagers geblokkeerd.
3)De pomp
3a) Aanwezigheid van lucht in de
functioneert,
pomp of zuigslang.
maar er komt
3b) Zuigkorf geblokkeerd
geen water uit
4) Onvoldoen
4a) Leidingen en toebehoren met een te
de capaciteit
kleine diameter, veroorzaken drastisch
verlies van de opvoerhoogte.
4b) Aanwezigheid van vuilresten of
grove delen in de interne
doorgangen van de rotor
4c) De rotor is verslechterd.
4d) Versleten rotor en pomphuis.
4e) Buitensporige viscositeit van de
verpompte vloeistof (indien an
ders dan water)
4f) Onjuiste draairichting
5) De pomp
5a) Draaien de delen uit balans
maakt geluid
5b) Versleten lagers
en trilt
5c) Pomp en slangen niet vast
genoeg aangesloten
5d) Capaciteit te hoog voor de
diameter van de afvoerleiding
5e) De stroomtoevoer is onevenwichtig.
6) De mechani-
6a) De mechanical seal heeft
cal seal lekt
drooggedraaid
kapotgelopen.
6b) De loopvlakken zijn ingelopen
door de aanwezigheid van
abbrasieve delen in het te
verpompen medium.
MP Rev. 4 - Bedieningsvoorschrift
oplossingen
1a) controleer de beschikbare frequentie en voltage. (de gegevens
1b) verbind de voedingskabel juist met de juiste electrische aansluiting.
1c) controleer de voeding en zorg ervoor dat de as vrij loopt. Controleer
alle
bovengenoemde
de
1d) vervang de zekering(en), controleer de voeding en volg punten a en c.
1e) verwijder de reden van het blokkeren zoals genoemd "geblokkeerde pomp"
1f) repareer of vervang de electromotor, ga naar een wikkelbedrijf of
2a) Indien mogelijk: ontmantel het pomphuis en verwij der mogelijk vaste
2b) Als de lagers zijn beschadigd, vervang deze, indien nodig, contact
3a) Ontlucht de pomp met behulp van de pomppluggen en/of de
3b) Reinig de zuigkorf, vervang deze indien nodig. Zie ook punt 2b)
4a) Gebruik leidingen en toebehoren geschikt voor de specifieke
4b) Reinig de rotor en installeer een zuigkorf in de zuigleiding om te
4c) Vervang de rotor of neem indien nodig, contact op met een
4d) Vervang de rotor en het pomphuis.
4e) De pomp is ongeschikt.
4f) Wissel de elektrische aansluitingen op het aansluitblok of
5a) Kijk na of geen grove delen de rotor belemmeren.
5b) Vervang de lagers
5c) Veranker de zuig- en afvoerleiding zoals aangegeven
5d) Gebruik grotere diameters of vermin der de pompcapaciteit
5e) Kijk na of de netspanning juist is.
Bij 6a), 6b), vervang de seal, of neem, indien nodig, contact op met een
of
is
geautoriseer de service organisatie.
6a) Zorg ervoor dat het pomphuis geheel gevuld is met vloeistof en dat alle
6b) Installeer een zuigkorf in de zuigleiding en gebruik een seal die is
moeten overeenkomen met het motor typeplaatje)
Controleer het ingestelde thermisch pakket (verwijzing naar het
juiste amperage op het motor typeplaatje)
het ingestelde thermisch pakket (verwijzing naar het juiste amperage
op het motor typeplaatje)
instructie boek
installateur.
delen uit de rotor, of neem, indien nodig, contact op met een
geautoriseer de service organisatie.
op met een geautoriseer de service organisatie.
regelklep. Herhaal het vullen tot alle lucht eruit is.
toepassing.
voorkomen dat vreem de delen in de pomp dringen.
geautoriseer de service organisatie.
schakelkast.
lucht eruit is.
geschikt volgens de specificaties van het te verpompen medium.
Wijzigingen voorbehouden.
Pagina 43 / 64
NL