Het koelcircuit bevat het koudemiddel R 407C
en mag uitsluitend in de fabriek worden
geopend.
De luchtinlaten / luchtuitlaten van de bui-
teneenheid en de luchtverdeler moeten te
allen tijde vrijgehouden worden. Let hierop
om een juiste werking van het apparaat te
waarborgen.
Om beschadigingen van de compressor te
voorkomen, mogen bij gebruik van het appa-
raat tijdens het rijden (bijv. met generator of
spanningsomvormer) geen hellingen van meer
dan 8 % worden gereden.
De koeling niet langdurig laten draaien als
het voertuig op een helling staat, omdat het
vrijkomende condenswater eventueel niet kan
weglopen en in een ongunstig geval in het
voertuig terechtkomt.
Voor een goede werking en ter voorkoming
van schade mag alleen een stroombron met
een zuivere sinusspanning (bijv. spanningsom-
vormer, generator) en zonder spanningspieken
worden gebruikt.
Bij het reinigen van het voertuig dient erop te
worden gelet dat er bij het afspuiten, bijv. met
een hogedrukreiniger, geen water in het appa-
raat terechtkomt (bijv. niet direct in apparaat-
openingen spuiten).
Het gebruik / de toepassing van een heetwa-
ter- en stoomreiniger niet toegestaan.
De condensaatafvoeren moeten tijdens de
werking steeds vrij blijven.
All manuals and user guides at all-guides.com
Richtlijnen voor het gebruik van
airconditioningsystemen
Het airconditioningsysteem is ontworpen voor
een stroomopname van max. 4,2 A. Controleer
vóór de ingebruikname of het toegestane ampè-
rage op de camping voldoende is (min. 6 A).
Zet uw voertuig zo mogelijk in de schaduw.
Het verduisteren met jaloezieën reduceert de
warmte-instraling.
Reinig uw dak regelmatig (verontreinigde da-
ken worden warmer).
Ventileer uw voertuig grondig voordat het ap-
paraat in gebruik wordt genomen om de opge-
hoopte warme lucht uit het voertuig af te voeren.
Om een gezond binnenmilieu te verkrijgen,
mag het verschil tussen binnen- en buiten-
temperatuur niet te groot worden ingesteld.
Tijdens gebruik wordt de circulerende lucht
gereinigd en gedroogd. Door het drogen van
de drukkend-vochtige lucht wordt ook bij ge-
ringe temperatuurverschillen een aangenaam
binnenmilieu gerealiseerd.
Houd als de airconditioning werkt alle deuren
en ramen gesloten, zodat er geen condens-
vorming op de luchtverdeler kan ontstaan.
Voor snel afkoelen of verwarmen:
– ventilatorstand op hoog,
– luchtverdeling voor / achter op middenstand,
– luchtverdeling vloer / plafond instellen op
plafond.
51