Technische Gegevens - Stiga Titan Mode D'emploi

All manuals and user guides at all-guides.com

2 TECHNISCHE GEGEVENS

2.1 Technische gegevens machine
Technische 20 B 26 B 26 H
gegevens
Titan
Motorvermo-
14,7 19,3 19,3
gen, kW
Hy-
PTO-aandrij-
Riem Riem drau-
ving
lisch
Rijsnelheid,
0-20 0-20 0-20
km/u
Gewicht, kg 590 600 610
Motorolie, 2,8 li-
3,4 liter
hoeveelheid ter
Motorolie,
Zie "5.3"
graad
Hydrauli-
20 liter SAE 10W-30
sche olie
Olie
4x 0,17 liter SAE50/API90
wielmotoren
Omgeving-
Tot -20 °C
stemperatuur
Brandstof Diesel (EN590:96)
Tankinhoud 42 liter
2.2 Combinatie met maaidek
Accessoires 20 B 26 B
Titan
Maaidek 125 B X X
Maaidek 135 B X X
Maaidek 155 B X
Maaidek 135 H
Maaidek 155 H
Neem contact op met een erkende dealer voor
meer informatie en lees de volgende instructies.
3 BESCHRIJVING
3.1 Aandrijving
De machine heeft vierwielaandrijving. Het motor-
vermogen wordt hydraulisch op de wielen overge-
bracht. De vier wielen hebben afzonderlijke
hydraulische motoren. De dieselmotor stuurt een
oliepomp (3:P) aan die olie door de hydraulische
motoren (3:M) van de wielen pompt.
De hydraulische motoren worden zoals in afb. 3
getoond op de hydraulische pomp aangesloten.
NEDERLANDS
Dit betekent dat de voorwielen en achterwielen
met dezelfde snelheid draaien, maar dat de snel-
heid links en rechts kan verschillen.
Het aan de voorzijde gemonteerde gereedschap
wordt afhankelijk van het model met riemen of hy-
26 HS
draulisch aangedreven.
3.2 Besturing
Blijf met uw lichaamsdelen uit de buurt
19,3
van het knikpunt als de motor van de
machine loopt. U kunt ernstige verwon-
Hy-
dingen oplopen als u bekneld raakt tus-
drau-
sen het voorste en achterste deel van de
lisch
machine.
0-24
De machine heeft een door de motor ondersteunde
knikbesturing. Dit betekent dat het chassis is ver-
610
deeld in een voor- en een achtergedeelte die ten op-
zichte van elkaar kunnen draaien.
Knikbesturing houdt in dat de machine met een ex-
treem kleine draaicirkel langs bomen en andere ob-
stakels kan rijden.
3.3 Beveiligingssysteem
De machine is uitgerust met een elektrisch veilig-
heidssysteem. Het veiligheidssysteem stopt
bepaalde activiteiten die bij een onjuiste bediening
gevaarlijk kunnen zijn. Zo kan de motor niet
worden gestart als het koppelings-/rempedaal niet
is ingedrukt.
De werking van het veiligheidssysteem
moet vóór elk gebruik worden gecon-
troleerd.
26 H 26 HS
3.4 Bedieningselementen
3.4.1 Gereedschapslift (1:F1)
Deze hydraulische lift werkt alleen bij draaiende
motor.
X X
U kunt de lift echter naar de zweefstand laten za-
X X
kken als de motor niet loopt.
Verlaat de machine nooit als de gereed-
schapslift in de transportpositie staat. U
loopt kans op ernstige verwondingen
door bekneld raken als de lift snel daalt
omdat u de bediening onbedoeld ac-
tiveert.
De hendel heeft de volgende vier standen:
Zweefstand. Zet de hendel in de voorste
stand, waar deze wordt vergrendeld. De
gereedschapslift daalt naar de zweef-
stand. Zie ook "3.4.2".
In de zweefstand steunt het gereedschap
altijd met dezelfde druk op de grond en
kan het de contouren van de grond vol-
gen.
Gebruik de zweefstand bij het uitvoeren
van werkzaamheden.
NL
103