40
Instellen (door een professional)
5.2 Schaaldelen zitting en
rugleuning (II)
De spanbanden worden door sleufgaten in
de verstelbare multiplex zitschalen (D) en
rugschalen (E) gestoken.
Om verschillende instelmogelijkheden te
bieden, hebben zitschalen (D) 5 rijen sleufgaten
en rugschalen (E) 3 rijen sleufgaten.
Bepaal per gebruiker welke set sleuven het
meest geschikt is om te gebruiken. De zwart
omlijnde middelste rijen zijn geschikt voor de
gemiddelde gebruiker..
Waarschuwing!
Kies de sleufgaten zorgvuldig om bottoming-
out te voorkomen.
5.3 Spanbanden zitting (II)
De spanbanden (B) geven de mogelijkheid
om de contouren van het zitvlak te volgen en
tegelijk daar waar nodig steun te bieden voor
een optimale zitpositie en stabiliteit.
1. Kies welke set sleufgaten het beste past bij
de behoeften van de gebruiker (posities F1
t/m F5).
2. Steek de spanbanden (B) links en rechts
door de betreffende sleuven in de zitschalen
(D) of hang ze eventueel over de rand van
de schaal (G).
3. Zet de oranje klittenbandeinden vast op de
klittenbandoppervlakken aan de buitenzijde
van de zitschalen.
4. Spanbanden (B) verder opspannen tot
ongeveer 110% van hun lengte.
Waarschuwing!
Controleer altijd op bottoming-out. Pas zo
nodig de positie of de spanning van de
spanbanden aan.
5.4 Contourkussen (II)
Het contourkussen (C) zorgt voor de vorming
van een talud. Dit helpt onderuitzakken
voorkomen en bevordert de zitstabiliteit.
G
2
3
Nuage
9
10
F1- F5
1
2
11