5.3.4 Functiecontrole
5.3.5 Alarmlijst
96
NL
Bediening
Het menupunt functiecontrole heeft u in het kader
van de functiecontrole nodig om de functie van
flowsensor en druksensor te controleren (zie „7.2.5
Flowsensor/druksensor" op pagina 108).
Het menupunt
Alarmlijst
treden alarmen te laten weergeven.
1. Druk op de menutoets
op te roepen.
2. Kies met de draaiknop het menupunt
en bevestig de keuze door op de draaiknop te
drukken.
Op het display verschijnt de Alarmlijst met alle tot
dusver opgetreden alarmen.
Alle alarmtypes die in de tabellen "Fysiologische
alarmen" en "Technische alarmen" staan vermeld,
worden bij het bereiken van de alarmdrempel in een
alarmlijst met datum, tijd en duur geregistreerd. De
alarmlijst blijft ook bij uitval van de complete stroom-
voorziening behouden. De gegevens kunnen in dit
geval tot twee jaar lang worden opgeroepen. Na af-
loop van de twee jaar of na uitvoering van een on-
derhoud wordt de alarmlijst gewist. Er worden
maximaal 100 alarmen opgeslagen en weergege-
ven. Daarna worden de oudste alarmen overschre-
ven. Meer informatie en een lijst met mogelijke
alarmen vindt u in hoofdstuk „8. Storingen" op
pagina 111.
hebt u nodig om alle opge-
om het Patiëntmenu
Alarmlijst