Lowenstein Medical VENTImotion 2 Mode D'emploi page 107

7.2.1 Drukprecisie controleren
1. Wacht ca. 1 minuut.
2. Lees dan de weergegeven CPAP-druk c.q. IPAP- en EPAP-drukken af op het
staafdiagram en controleer of de weergegeven waarden overeenkomen met
de voorgeschreven waarden.
7.2.2 Ademfrequentie/Minimum frequentie controleren
Deze controle is niet noodzakelijk als het apparaat in de CPAP-modus wordt
gebruikt.
1. Observeer de volgende afloop: Het apparaat schakelt periodiek om tussen de
beide drukniveaus IPAP en EPAP.
2. Tel de IPAP-fasen binnen een minuut en vergelijk deze met de weergave.
U herkent de IPAP-fase aan een luider bedrijfsgeluid resp. aan de staaf-
diagram in de standaardweergave.
Streefwaarden:
– T-, TA- en ST-modus: Voorgeschreven waarde
Toelaatbare afwijking:
– maximaal ±1 fase/minuut.
7.2.3 Triggeren controleren
Deze controle is alleen noodzakelijk als het apparaat in de ST-modus wordt
gebruikt.
1. Schakel het apparaat uit door de in-/uitschakeltoets
ingedrukt te houden.
2. Monteer het ademmasker.
3. Schakel het apparaat in door op de in-/uitschakeltoets
4. Zet het ademmasker op en adem normaal. In de ST-modus moet uw adem-
frequentie daarbij boven de voorgeschreven frequentie liggen opdat de tijd-
gestuurde trigger van het apparaat niet actief wordt.
2 seconden lang
te drukken.
Functiecontrole
107
NL