1. Controleer de zoemer en de statusindicaties:
Let bij ieder inschakelen van het apparaat op of de zoemer klinkt en de
statusindicatie gaat branden.
2. Controleer het alarm voor stroomuitval.
3. Stel het apparaat in werking.
4. Trek nu de netaansluitleiding uit het stopcontact, de weergave op het display
gaat uit en de zoemer klinkt.
Aanwijzing:
Het apparaat moet voor de uitvoering van de test minstens 5 minuten met het
stroomnet verbonden zijn geweest.
Schakel het apparaat na de functiecontrole weer uit door op de in-/uitschakel-
toets
te drukken.
110
NL
Functiecontrole