52
Controleer of de wateraansluitingen waterdicht zijn gemaakt.
De leiding voor het concentraat moet verlegd worden naar de ter plekke aanwezige wateraf-
voer met een "vrije uitloop" en daar worden bevestigd. De flexibele slangen mogen geen dia-
meter hebben die niet overal gelijk is. Let er tijdens de montage op dat de leidingen voor het
concentraat en het permeaat correct worden aangesloten.
OPMERKING!
Voordat er van de ROunit gebruik kan worden gemaakt, wordt aangeraden om de voorbehandeling van het water te controleren (bijv. via
f
interne installaties voor zacht water, een centrale zuivering van het water door het waterleidingbedrijf). Deze maatregel is noodzakelijk
om het rendement en de levensduur van uw ROmembraan te verbeteren.
De hoeveelheid permeaat die met/bij een nieuwe installatie/eerste ingebruikname, of bij elke keer dat het membraan is vervangen, in de
f
eerste 10 minuten geproduceerd wordt, moet u niet gebruiken.
Een verandering van temperatuur van +/- 1 °C heeft tot gevolg dat de productie van permeaat door de membranen met ca. 3 % ver
f
hoogd of verlaagd wordt.
Kijkt u ook goed in de gebruikshandleiding van het gebruikte externe voorfilter.
f
Ons advies is altijd het toestel te gebruiken met onthard water, omdat dit beter is voor de levensduur en de bedrijfszekerheid van de
f
membranen voor omgekeerde osmose.
6 Gebruik van de omgekeerde osmose
6.1
BWT bestaqua 16 ROC inschakelen
H
GEVAAR!
Neem het toestel NOOIT in gebruik terwijl de behuizing er nog af is.
f
Het RO-toestel moet worden aangesloten op slangen en op het elektrisch stopcontact.
Doe de stekker erin.
Zet de kraan voor de toevoer van voedingswater open.
De BWT bestaqua 16 ROC wordt ingeschakeld met de schakelaar aan de achterzijde van het
toestel. Dat de BWT bestaqua 16 ROC in gebruik is (POWER ON) wordt aangegeven door een
groene LED.
6.2 Instellen van de waterkwaliteit aan de mengklep
OPMERKING!
De standaardinstelling op de filterkop is klikstand "0" (zonder mengklep functie).
f
De filterkop voor het instellen van het mengsel bevinden zich onder de voorste afdekplaat bo-
venaan. De hoeveelheid bypass-water kan worden ingesteld via de ingebouwde RO-filterkop
(afb. 3, nummer 10). De bypass / het mengsel wordt ingesteld door te draaien aan de kap op
de filterkop. Druk op knop "A" en draai de kap naar links of rechts, tot de gewenste hoeveelheid
mengsel is bereikt. Het instellen van de bypass voor de RO-filterkop kan traploos worden inge-
steld, onafhankelijk van de weergegeven klikstanden 0,1,2,3.
De referentiewaarde voor de geleidbaarheid moet worden gemeten in de vrije uitloop. De wer-
kelijke outputconductantie wordt weergegeven in de app. De geleidbaarheid moet na een paar
uur gebruik gecontroleerd en eventueel bijgesteld worden. Als algemene regel moet de geleid-
baarheid regelmatig worden gecontroleerd.
6.3
Hygiëneconcept en tijdelijke stops
Voor een maximale levensduur van het membraan zijn er twee concepten voor de hygiëne:
Vertraagde stop: Na elke productie loopt de pomp nog ca. 10 seconden door om het mem-
braan te spoelen met leidingwater. Dit is om ervoor te zorgen dat de geleidbaarheid aan de
concentraatzijde van het membraan weer verlaagd wordt tot de geleidbaarheid aan de in-
gang. Extreme stagneringen worden daardoor vermeden en verkalking van het membraan
wordt daarmee voorkomen. De hoeveelheid afvalwater die hierbij ontstaat bedraagt ca. 500
ml.
3
6