Nederlands
– Bougiesteker op vastzitten controleren –
bij een loszittende steker kunnen vonken ont‐
staan, hierdoor kan het vrijkomende benzine-
luchtmengsel ontbranden – brandgevaar!
– Brandstofsysteem op lekkage controleren
– Het spuitmiddelreservoir, de slang en doseer‐
inrichting op een goede staat en lekkage con‐
troleren
– De staat van het draagstel controleren –
beschadigde of versleten draagriemen vervan‐
gen
Het apparaat mag alleen in technisch goede
staat worden gebruikt – kans op ongelukken!
Voor een noodsituatie: het snel afzetten van het
apparaat oefenen. Tijdens het oefenen het appa‐
raat niet op de grond gooien, om beschadigingen
te voorkomen
2.9
Motor starten
Minstens op 3 m van de plek waar werd getankt
en niet in een afgesloten ruimte.
Het motorapparaat wordt slechts door één per‐
soon bediend – geen andere personen toelaten
in de directe werkomgeving – ook niet tijdens het
starten.
De motor starten zoals staat beschreven in de
handleiding.
Alleen op een vlakke ondergrond, op een stabi‐
ele en veilige houding letten, het apparaat goed
vasthouden.
Als er een tweede persoon nodig is om het appa‐
raat op de rug van de gebruiker te plaatsen, erop
letten dat
– het apparaat alleen stationair draait
– de tweede persoon niet in de uitlaatgassen
staat en uitlaatgassen inademt
– de afsluitkraan dicht staat
– de tweede persoon niet in het spuitbereik van
de spuitmond staat
– de tweede persoon direct na het aanbrengen
van het apparaat het werkgebied verlaat
2.10
Verstuif- en strooimechanisme
(speciaal toebehoren)
In de verstuif- en strooistand kan poeder of
droog granulaat worden verspreid.
Op de wettelijke voorschriften met betrekking tot
de omgang met het verstuif-, strooimiddel letten.
Op de gebruikshandleiding of het etiket van het
verstuif-, strooimiddel letten.
56
2 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
Gebruik
Tijdens de werkzaamheden kunnen er elektro‐
statische ladingen met vonkvorming ontstaan.
Het gevaar is bijzonder groot bij:
– extreem droge weersomstandigheden
– gebruik van poedervormige verstuif-/strooimid‐
delen die een hoge stofconcentratie veroorza‐
ken
Om schade aan het apparaat en ongelukken te
voorkomen, het apparaat nooit gebruiken in com‐
binatie met explosieve of licht ontvlambare mid‐
delen
Geen zwavel of zwavelhoudende verbindingen
vernevelen/verstrooien – deze zijn zeer explosief
en hebben een zeer lage ontstekingstempera‐
tuur.
Om het risico van vonkvorming met explosie of
brandgevaar te verkleinen, moet het afvoersys‐
teem volledig aan het apparaat gemonteerd zijn.
Het bestaat uit een geleidende draad in de
blaasinrichting die verbonden is met een metalen
ketting. Om elektrostatische ladingen af te kun‐
nen voeren, moet de metalen ketting contact
maken met een geleidende bodem.
Niet op een niet-geleidende ondergrond (bijv.
kunststof, asfalt) werken.
Nooit met een ontbrekend of beschadigd afvoer‐
systeem werken.
Beslist de montagehandleiding van de aanbouw‐
set "verstuif- en strooimechanisme" in acht
nemen.
2.11
Apparaat vasthouden en bedie‐
nen
Het apparaat met beide riemen op de rug dragen
– niet over één schouder dragen. De rechterhand
richt de blaaspijp met behulp van de bedienings‐
handgreep – geldt ook voor linkshandigen.
0458-372-9421-C