Télécharger Imprimer la page

Stihl SR 420 Notice D'emploi page 55

Masquer les pouces Voir aussi pour SR 420:

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

2 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
– Alleen werken als het windstil is
Ongunstige weersomstandigheden kunnen tot
verkeerde concentratie van het plantenbescher‐
mingsmiddel leiden. Overdosering kan leiden tot
schade aan planten en milieu. Een te lage dose‐
ring kan leiden tot het uitblijven van resultaten.
Om schade aan het milieu en planten te voorko‐
men, het apparaat nooit gebruiken:
– Bij wind
– Bij temperaturen boven de 25 °C in de scha‐
duw
– Bij direct zonlicht
Om schade aan het apparaat en ongelukken te
voorkomen, het apparaat nooit gebruiken met:
– Ontvlambare vloeistoffen
– Stroperige of plakkerige vloeistoffen
– Bijtende en zuurhoudende middelen
– Vloeistoffen die warmer zijn dan 50 °C
2.5.4
Opslag
– Bij een werkonderbreking het apparaat niet
blootstellen aan direct zonlicht en warmtebron‐
nen
– Spuitmiddelen nooit langer dan een dag in het
spuitmiddelreservoir bewaren
– Spuitmiddelen alleen in hiervoor goedge‐
keurde flessen/blikken opslaan en transporte‐
ren
– Spuitmiddelen niet opslaan in flessen/blikken
bestemd voor levensmiddelen, drank en voe‐
dermiddelen
– Spuitmiddelen niet opslaan bij levensmidde‐
len, drank en voedermiddelen
– Spuitmiddelen uit de buurt houden van kinde‐
ren en dieren
– Het apparaat afgetapt en schoongemaakt
opbergen
– Het spuitmiddel en het apparaat zo opbergen,
dat onbevoegden hier geen toegang toe heb‐
ben
– Het spuitmiddel en het apparaat droog en
vorstvrij opbergen
2.5.5
Milieuverantwoord afvoeren
De resten van het spuitmiddel en de spoelvloei‐
stoffen van het apparaat niet in open water,
afvoeren, sloten, greppels en goten en drainage‐
systemen laten stromen.
– Resten en gebruikte reservoirs volgens de
plaatselijke voorschriften voor afval milieube‐
wust afvoeren
2.6
Apparaat vervoeren
Altijd de motor afzetten.
0458-372-9421-C
Bij vervoer in voertuigen:
– Het apparaat zo beveiligen dat het niet kan
omvallen, worden beschadigd en er ook geen
benzine uit kan lopen
– Het spuitmiddelreservoir moet leeg en schoon
zijn
2.7
Tanken
Benzine is bijzonder licht ontvlambaar
– uit de buurt blijven van open vuur –
geen brandstof morsen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is – de
benzine kan overstromen – brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien, zodat de
heersende overdruk zich langzaam kan afbou‐
wen en er geen benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde plek tan‐
ken. Als er benzine werd gemorst, het motorap‐
paraat direct schoonmaken – de kleding niet in
aanraking laten komen met de benzine – anders
direct andere kleding aantrekken.
Op lekkages letten! Als er benzine
weglekt de motor niet starten –
levensgevaar door verbranding!
Na het tanken de schroef-tankdop zo
vast mogelijk aandraaien.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat de tank‐
dop door de motortrillingen losloopt en er ben‐
zine wegstroomt.
2.8
Voor het starten
Voor het starten controleren of het apparaat in
goede staat verkeert. Vooral als het apparaat
niet op de voorgeschreven wijze (bijv. door
geweld van buitenaf of door stoten of vallen)
werd uitgeschakeld.
– Het brandstofsysteem op lekkage controleren,
vooral de zichtbare onderdelen zoals bijv. de
tankdop, slangaansluitingen, hand-benzine‐
pomp (alleen bij motorapparaten met hand-
benzinepomp). Bij lekkages of beschadiging
de motor niet starten – brandgevaar! Het
apparaat voor de ingebruikneming door een
geautoriseerde dealer laten repareren
– De stelhendel moet gemakkelijk in stand
STOP, resp. 0 kunnen worden geplaatst
– De gashendel moet soepel bewegen en van‐
zelf in de stationaire stand terugveren
Nederlands
55

Publicité

loading