aangegeven plaatsen, laat dan het
aandrijfkettingwiel vervangen door een
gekwalificeerde servicemonteur.
De zaagtanden slijpen
18.7
Zorg ervoor dat u alle tanden (Zie Fig. AE)
onder de voorgeschreven hoek en op dezelfde
lengte vijlt, omdat snel zagen alleen mogelijk is
als alle tanden gelijk zijn.
Verwijder de accu. Draag handschoenen
a.
ter bescherming.
b. Span de ketting goed voor het
slijpen. Raadpleeg het hoofdstuk:
"Kettingspanning instellen" eerder in
deze handleiding.
Gebruik een ronde vijl en houder met
c.
een diameter van 4,5 mm (0,177 in)
(afzonderlijk verkrijgbaar). Voer al het
vijlen uit op de middenpositie van het
zwaard.
d. Houd de vijl horizontaal met het
bovenste plaatje van de tand. Laat de vijl
niet kantelen of schommelen.
Houd de correcte slijphoek
e.
van 30° tussen vijl en zaagketting
(Zie Fig. AF & AG). Gebruik altijd een
vijlhouder (afzonderlijk verkrijgbaar)
als u zaagketting met de hand slijpt.
Vijlhouders hebben markeringen voor de
slijphoek.
Strijk met lichte maar stevige druk naar
f.
de voorhoek van de tand. Trek de vijl bij
elke retourslag weg van het staal.
g. Maak een paar stevige halen op elke
tand. Vijl alle linkse tanden in één
richting. Ga vervolgens naar de andere
kant en vijl de rechter tanden in de
tegenovergestelde richting. Verwijder zo
nu en dan het vijlsel met een staalborstel
van de vijl (Zie Fig. AH).
WAARSCHUWING: Een botte of onjuist
geslepen ketting kan een te hoog
motortoerental veroorzaken tijdens
het zagen, wat kan leiden tot ernstige
motorschade.
WAARSCHUWING: Onjuist slijpen van de
ketting vergroot het risico van terugslag.
WAARSCHUWING: Het niet vervangen of
repareren van een beschadigde ketting kan
ernstig letsel veroorzaken.
Hoeken voor het slijpen van de
18.8
tandbovenplaat (Zie Fig. AI)
CORRECT 30°- Deze optimale hoek
kan alleen worden verkregen als de
gespecificeerde vijlen en de juiste houdingen
worden gebruikt. Vijlhouders zijn gemarkeerd
met geleidemarkeringen om de vijl correct
uit te lijnen om de juiste tandbovenplaat-
slijphoek te verkrijgen.
MINDER DAN 30°- De tand is te bot om te
zagen.
MEER DAN 30°- De rand van de zaagtand is
vervederd (gebraamd) en wordt snel bot.
Zijplaathoek (Fig. AJ)
18.9
CORRECTE 55°- De optimale hoek wordt
automatisch gemaakt als de vijl met de
juiste diameter in de vijlhouder wordt
gebruikt.
HAAK- "Grijpt" en wordt snel bot. Vergroot
het risico van TERUGSLAG. Is het resultaat
van een vijl met een diameter die te klein is
of een vijl die te laag wordt gehouden.
ACHTERUIT HELLEND - Heeft te veel druk
nodig, veroorzaakt overmatige slijtage van
zwaard en ketting. Is het resultaat van een
vijl met een te grote diameter of een vijl die
te hoog wordt gehouden.
Diepteaanslagspeling
18.10
• De diepteaanslag moet op een speling
van 0,6 mm (0,025 in) worden gehouden,
zoals weergegeven in Fig. AK. Gebruik
een diepteaanslagtool (afzonderlijk
verkrijgbaar) om de spelingen van de
diepteaanslag te controleren.
• Controleer de speling van de
diepteaanslag iedere keer wanneer de
ketting wordt gevijld.
Gebruik een platte vijl en een diepteaanslag-
rei (beide afzonderlijk verkrijgbaar) om
alle meters gelijkmatig te laten zakken
(Zie Fig. AL). Een diepteaanslag-rei is
verkrijgbaar in 0,5 mm tot 0,9 mm. (0,020 in
tot 0,035 in). Gebruik een 0,6 mm (0,25 in)
diepteaanslag-rei.
De diepteaanslagen moeten met de platte
vijl worden afgesteld in dezelfde richting als
waarin de naastgelegen tand met de ronde
vijl is gevijld. Zorg ervoor dat het oppervlak
van de tand niet wordt geraakt met de platte
vijl bij het afstellen van de diepteaanslagen.
Nederlands
153