NEDERLANDS
44
De machine mag alleen gebruikt worden op
bouwplaatsen, waar de gebruiksomstandigheden
van de bouwplaats het gepaste gebruik van de
machine toelaten.
Plaats het apparaat altijd op een vaste en vlakke
ondergrond! Let erop, dat het apparaat tijdens het
gebruik niet kantelt, wegglijdt of valt.
Houd altijd voldoende afstand tot bouwputranden
en bermen.
Het apparaat mag niet op een helling gebruikt
worden.
Gebruik het apparaat niet in een explosiegevaar-
lijke omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen,
gassen of stoffen bevinden.
Het apparaat mag niet in diepe sleuven (> 1,5 m),
tunnels en holen gebruikt worden.
Het te bewerken gedeelte moet vrij zijn van elek-
trische kabels, gas- en waterleidingen, die door de
trilling beschadigd kunnen raken.
Bij niet naleving van de bepalingen uit de algemeen
geldende voorschriften, evenals van de bepalingen
uit deze gebruiksaanwijzing, kan de producent voor
schaden niet aansprakelijk gesteld worden.
De machine mag alleen in een technisch deugdelijke
toestand worden gebruikt met inachtneming van alle
veiligheidsaanwijzingen.
Het gebruik van de machine vindt plaats na beoor-
deling en op eigen verantwoordelijkheid van de
bediener.
Restrisico's
Ook bij een juist gebruik en opvolging van alle veilig-
heidsbepalingen kunnen nog restrisico's bestaan.
Elektrische schok
Bij het aanraken van de bougiestekker kan er bij
draaiende motor een elektrische schok ontstaan.
Raak de bougiestekker of bougie nooit aan bij
draaiende motor.
Gehoorbeschadigingen
Langer verblijf in de directe omgeving van het
draaiende apparaat kan tot gehoorbeschadigingen
leiden. Draag oorbeschermers!
Knelgevaar
Nonchalant rijden van de machine kan tot ernstig
letsel leiden. Veiligheidsschoenen met stalen
neuzen dragen!
Brandgevaar!
Gebruik het apparaat nooit in de buurt van licht
ontvlambare materialen.
Brandstof is licht ontvlambaar:
Bewaar brandstof slechts in daarvoor goedgekeurd
jerrycans.
Machine uitsluitend buiten tanken en niet in de
buurt van open vuur, resp. brandende sigaretten.
Motortank enkel met uitgeschakelde motor vullen.
Tank vóór het starten van de machine. Bij draaiende
en/of warme motor mag niet getankt of de tankdop
geopend worden.
Laat het apparaat na gebruik ten minste 10 minuten
lang afkoelen voordat brandstof wordt bijgevuld.
Let op dat er geen brandstof gemorst wordt, Indien
brandstof overgelopen is, mag de motor niet ge-
start worden Verwijder het apparaat van de vervuil-
de plaats en vermijd willekeurige ontsteekpogingen
tot de brandstofdampen zijn verdampt..
Alle deksels weer vast op de brandstoftanks en
brandstofbakken plaatsen.
Brandstoftank uitsluitend buiten leegmaken.
Risico van vergiftiging!
Uitlaatgassen, brandstoffen en smeerstoffen zijn
giftig. Het inademen van uitlaatgassen kan dodelijk
zijn!
De machine niet in een afgesloten ruimte gebruiken
omdat zich daar de gevaarlijke koolmonoxidegas-
sen kunnen ophopen. Gebruik de machine nooit in
ruimten maar uitsluitend buiten.
Explosiegevaar!!
Benzine en benzinedampen zijn licht ontvlambaar,
resp. explosief.
Gebruik het apparaat niet in een explosiegevaar-
lijke omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen,
gassen of stoffen bevinden.
Motortank enkel met uitgeschakelde motor vullen.
Bewaar geen brandstof in de omgeving van de
machine.
Bewaar de machine nooit met benzine in de tank
binnen een gebouw waar mogelijk benzinedampen
met open vuur of vonken in aanraking kunnen
komen.