Onderhoudsaanwijzingen; Mededelingen Voor Het Onderhoudspersoneel; Aanpassing Op Een Ander Gastype; Inbedrijfstelling - Virtus 70/40 FRE8+8 Installation-Emploi-Entretien

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 25
technicus reinigen.
- Maak de vloer onder de apparatuur niet schoon met
bijtende producten.
- Reinig de apparatuur niet met directe waterstralen of
hogedrukreinigers.
GESATINEERDE ROESTVRIJSTALEN OPPERVLAKKEN
- Maak de oppervlakken schoon met een doek of een
lap bevochtigd met water en normale, niet-
schurende reinigingsmiddelen. Wrijf met de doek in
de richting van de satinering. Spoel regelmatig af en
maak vervolgens zorgvuldig droog.
- Gebruik geen metalen schuursponsjes of andere
ijzeren voorwerpen.
- Gebruik geen chemische producten die chloor
bevatten.
- Gebruik geen scherpe voorwerpen die krassen in de
oppervlakken kunnen achterlaten.
BEREIDINGSRESERVOIRS
- Maak de reservoirs schoon door water met eventueel
ontvettingsmiddelen aan de kook te brengen.
- Verwijder eventuele kalkresten met behulp van
geschikte producten.

ONDERHOUDSAANWIJZINGEN

V.
14.
MEDEDELINGEN VOOR HET
ONDERHOUDSPERSONEEL
DE FABRIKANT AANVAARDT GEEN
AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE
WEGENS DE NIET-NALEVING VAN DE
ONDERSTAANDE PLICHTEN.
Het model van de apparatuur identificeren. Op de
verpakking en op het typeplaatje van de apparatuur
is het model aangegeven.
Installeer de apparatuur uitsluitend in voldoende
geventileerde ruimten.
Sluit de ventilatieopeningen en de afvoeropeningen
van de apparatuur niet af.
Maak de componenten van de apparatuur niet
onklaar.
De onderhoud en het ombouwen naar een ander
gastype van de apparatuur dienen te worden verricht
door gekwalificeerd en door de fabrikant erkend
personeel,
conform
veiligheidsnormen en de aanwijzingen van deze
handleiding.
15.

AANPASSING OP EEN ANDER GASTYPE

Zie het hoofdstuk " Installatieaanwijzingen ".
16.

INBEDRIJFSTELLING

Zie het hoofdstuk " Installatieaanwijzingen ".
17.

STORINGEN OPLOSSEN

FRITEUSES GAS
DE WAAKVLAMBRANDER GAAT NIET AAN.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- De ontstekingsbougie is verkeerd aangesloten of is
defect.
- De ontsteker of de bougiekabel is defect.
- De veiligheidsthermostaat is defect.
DE WAAKVLAMBRANDER BLIJFT NIET BRANDEN OF
GAAT UIT TIJDENS HET GEBRUIK.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- Het thermokoppel is defect of wordt onvoldoende
opgewarmd.
61
de
toepasselijke

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières