12. INUTILITEITSPERIODE
Verricht de volgende procedure voor een
voorziene, lange inactiviteit van de apparatuur:
- Maak de apparatuur nauwgezet schoon.
- Een lap bevochtigd met vaselineolie over de
roestvrijstalen oppervlakken halen zodat ze door
een beschermend laagje worden bedekt.
- Sluit de kranen of hoofdschakelaars voor de
apparatuur.
Verricht de volgende procedure na een lange
inactiviteit van de apparatuur:
- Controleer de apparatuur alvorens ze opnieuw te
gebruiken.
- Laat de elektrische apparatuur minstens 60
minuten lang op minimale temperatuur werken.
AANWIJZINGEN VOOR DE
IV.
REINIGING
13. MEDEDELINGEN VOOR DE REINIGING
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG
DOOR. HET GEEFT BELANGRIJKE
INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID
TIJDENS DE INSTALLATIE, HET GEBRUIK EN
HET ONDERHOUD VAN DE APPARATUUR.
DE FABRIKANT AANVAARDT GEEN
AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE
WEGENS DE NIET-NALEVING VAN DE
ONDERSTAANDE PLICHTEN.
HAAL DE ELEKTRISCHE VOEDING VAN DE
APPARATUUR LOS, INDIEN AANWEZIG,
ALVORENS EEN HANDELING TE
VERRICHTEN.
- Reinig dagelijks de externe, gesatineerde
oppervlakken van roestvrij staal, het oppervlak van
de reservoirs en het oppervlak van de platen.
- Laat de interne onderdelen van de apparatuur
minstens twee keer per jaar door een erkend
technicus reinigen.
- Maak de vloer onder de apparatuur niet schoon
met bijtende producten.
- Reinig de apparatuur niet met directe waterstralen
of hogedrukreinigers.
GESATINEERDE ROESTVRIJSTALEN OPPERVLAKKEN
- Maak de oppervlakken schoon met een doek of
een lap bevochtigd met water en normale, niet-
schurende reinigingsmiddelen. Wrijf met de doek
in de richting van de satinering. Spoel regelmatig af
en maak vervolgens zorgvuldig droog.
- Gebruik geen metalen schuursponsjes of andere
ijzeren voorwerpen.
- Gebruik geen chemische producten die chloor
bevatten.
- Gebruik geen scherpe voorwerpen die krassen in
de oppervlakken kunnen achterlaten.
BEREIDINGSRESERVOIRS
- Maak de reservoirs schoon door water met
eventueel ontvettingsmiddelen aan de kook te
brengen.
- Verwijder eventuele kalkresten met behulp van
geschikte producten.
ONDERHOUDSAANWIJZINGEN
V.
14. MEDEDELINGEN VOOR HET
ONDERHOUDSPERSONEEL
DE FABRIKANT AANVAARDT GEEN
AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE
WEGENS DE NIET-NALEVING VAN DE
ONDERSTAANDE PLICHTEN.
Het model van de apparatuur identificeren. Op
de verpakking en op het typeplaatje van de
apparatuur is het model aangegeven.
Installeer de apparatuur uitsluitend in
voldoende geventileerde ruimten.
Sluit de ventilatieopeningen en de
afvoeropeningen van de apparatuur niet af.
Maak de componenten van de apparatuur niet
onklaar.
De onderhoud en het ombouwen naar een
ander gastype van de apparatuur dienen te
worden verricht door gekwalificeerd en door
de fabrikant erkend personeel, conform de
toepasselijke veiligheidsnormen en de
aanwijzingen van deze handleiding.
71