GEBRUIK
Gebruik van de inductiekookplaat
NL 10
• Reinig het toestel met een vochtige doek en droog het zorgvuldig.
• Gebruik geen reinigingsmiddelen die een afwijkende kleuring van
het glas kunnen veroorzaken.
• Op het moment van de eerste inschakeling zullen alle displays van
alle kookzones gelijktijdig oplichten.
• Als er 1 of meerdere knoppen bij eerste inschakeling niet op de '0'
stand staan, dan zal de kookzone waarvan de knop niet op '0' staat
niet werken.
• Door aan de knop te draaien, zal op het bijbehorende display het
symbool van de afbeelding hiernaast getoond worden, dat aangeeft
dat het kookzone niet werkt. Draait de knop terug naar de "0" stand
en daarna opnieuw naar het gewenste vermogen.
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op!
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn
niet meer geschikt voor inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en
inductiekoken met:
▷ een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
▷ een vlakke bodem.
• Het beste zijn pannen met het 'Class Induction' keurmerk.
Tip!
Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn.
Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.
Geschikt
Speciale roestvrijstalen pannen
Class Induction
Solide geëmailleerde pannen
Geëmailleerde gietijzeren pannen
Ongeschikt
Aardewerk
Roestvrijstaal
Porselein
Koper
Kunststof
Aluminium