tegen de buitenkant van de boom liggen dat ze bij het neerklappen van de boom
niet verpletterd of overbelast worden. Een beschadigde kabel kan tot een
technisch defect van de machine leiden.
Voorbereidende maatregelen
•
Tijdens het verticuteren moet altijd stevig, gesloten, antislip schoeisel of
werkschoenen en een lange broek worden gedragen. Vermijd het dragen van
losse kleding of kleding met hangende touwen of riemen. Verticuteer niet op blote
voeten of in sandalen. Ter bescherming van de ogen draagt u een veiligheidsbril.
•
Luide geluiden kunnen tot gehoorschade leiden. Gehoorbescherming dragen.
Controleer vóór en tijdens het verticuteren het terrein waarop het apparaat
wordt ingezet volledig, en verwijder alle stenen, stokken, draden,
speelgoed en andere vreemde voorwerpen die gegrepen en
weggeslingerd kunnen worden.
Controleer voor en tijdens het verticuteren het terrein op stroomvoerende
kabels en verwijder deze indien mogelijk.
Rijd nooit met ingeschakeld snijgereedschap over stroomvoerende kabels.
Gevaar: elektrische schok!
Bij beschadiging van een stroomvoerende kabel het apparaat uitzetten en
de kabel van het voedingsnet loskoppelen.
•
Wanneer u voor het onderhoud van uw gazon ook een maairobot gebruikt, moeten
de volgende veiligheidsinstructies met betrekking tot werkoppervlak van de
maairobot in acht worden genomen:
–
vóór het verticuteren op deze oppervlakken moet altijd het bereik van de
begrenzingskabel worden gecontroleerd.
–
wanneer de kabels in de aarde zijn gelegd, moeten deze worden
gecontroleerd, er mogen geen kabels te zien zijn, speciale aandacht is
geboden voor het laadstation.
–
wanneer de begrenzingskabels bovengronds zijn gelegd, moeten deze direct
op de ondergrond gespannen verlopen en niet slap rondslingeren in het gras.
De kabels moeten voldoende door begrenzingsnagels gefixeerd zijn, zie
gebruiksaanwijzing.
–
de begrenzingsnagels mogen niet uitsteken, anders moeten ze ingedrukt
worden.
–
rondslingerende kabelresten voor het verticuteren verwijderen.
Bij de hierboven beschreven omstandigheden bestaat het gevaar dat de kabel
door het werkgereedschap naar binnen getrokken en opgewikkeld wordt, wat kan
leiden tot ernstige verwondingen.
•
Naar beneden hangende takken en soortgelijke hindernissen kunnen de
gebruiker verwonden of het verticuteren belemmeren. Vóór het verticuteren op
mogelijke hindernissen zoals bijv. naar beneden hangende takken letten en deze
snoeien of verwijderen.
WAARSCHUWING
–
Benzine is licht ontvlambaar en uiterst explosief.
Brand en explosies kunnen zware letsels en materiële schade
veroorzaken.
–
Benzine alleen in een goedgekeurde jerrycan en voor kinderen
ontoegankelijk bewaren.
–
Tank niet in het voertuig, op een laadvloer of een aanhanger met
kunststofbekleding vullen. Tank voor het vullen met brandstof niet in
de nabijheid van het voertuig en steeds op de bodem afzetten.
–
Tank alleen in de open lucht met een koude motor. Tijdens het
tanken zijn roken en open vuur verboden.
–
Met benzine aangedreven apparaten die zich op een laadvlak of een
aanhanger bevinden, niet vanuit de pomp voltanken, maar voltanken
met een draagbare jerrycan.
–
Tank benzine voor u de motor start.
–
Open de tankdop niet en tank geen benzine bij een draaiende motor
of als het apparaat heet is.
–
Probeer de motor niet te starten als u benzine heeft gemorst.
Verwijder in plaats daarvan het apparaat van de met benzine
vervuilde plek en veeg de overgelopen brandstof van de motor af.
Probeer de motor niet te starten voordat de benzinedampen zijn
vervlogen.
–
Sluit benzinetank en jerrycan om veiligheidsredenen weer volledig af.
–
Vervang bij beschadiging de benzinetank en de tankdop.
•
Voor het gebruik van de verticuteerder om gevaren te vermijden deze op
een vaste zitting van de schroefverbindingen, de correcte montage en de toestand
van de messenas controleren. Versleten en beschadigde messen en
bevestigingsschroeven moeten worden uitgewisseld.
•
De toestand van de pictogrammen moet bij elke inzet gecontroleerd
worden. Versleten of beschadigde pictogrammen moeten worden vervangen.
Gebruik
•
Het machine mag niet in explosiegevaarlijke omgeving worden gebruikt.
•
Laat de verbrandingsmotor niet draaien in afgesloten ruimten waarin zich
gevaarlijke verbrandingsgassen kunnen ophopen. Gevaar voor vergiftiging!
•
Dragers van pacemakers mogen bij draaiende motor geen
motoronderdelen aanraken die onder spanning staan.
•
Opgelet! Apparaat niet voor aanzuigopeningen van ruimtebeluchtingstoestellen
laten lopen.
•
Verticuteer niet bij slecht weer, als het gevaar van blikseminslag bestaat.
•
Bougiestekker nooit bij lopende motor eraf trekken. Gevaar: elektrische schok!
•
Koppel de bougiestekker alleen los als de motor is afgekoeld.
Verbrandingsgevaar!
•
Geen koptelefoon dragen om naar de radio of muziek te luisteren. Veiligheid bij het
onderhoud en het bedrijf vereisen onbeperkte aandacht.
•
Verticuteer alleen bij daglicht of met voldoende licht. Bestuur de machine
stapvoets.
•
Bijzonder voorzichtig zijn als onoverzichtelijke hoeken, struiken, bomen of
andere hindernissen het zicht kunnen beïnvloeden.
•
niet te dicht bij gaten, sloten en taluds rijden. De machine kan plotseling over de
kop gaan als een wiel over de rand van een gat of talud rijdt of als een rand
plotseling meegeeft.
•
De machine niet tijdens ziekte, moeheid of onder invloed van alcohol, medicijnen
of drugs bedienen.
•
Indien mogelijk moet het gebruik van het toestel bij nat weer worden
vermeden. Er bestaat gevaar voor uitglijden.
•
Zorg ervoor dat u op hellingen altijd stevig staat. Verticuteer op een helling
in dwarsrichting, nooit naar boven of naar beneden. Wees bijzonder voorzichtig als
u op een helling van rijrichting verandert.
•
Verticuteer niet op al te steile hellingen! Het verticuteren op hellingen brengt extra
gevaren met zich mee. Uw verticuteerder is zo krachtig, dat hij nog kan
verticuteren op hellingen die tot 46% (25° helling) aflopen. Om veiligheidsredenen
raden wij u echter dringend aan om dit theoretische potentieel niet te volle te
benutten. Zorg altijd voor een stabiele stand. In principe mogen met de hand
geleide verticuteerders bij hellingen steiler dan 26% (15° helling) niet worden
ingezet. Het gevaar dreigt dat de stabiliteit verloren gaat.
•
Wees bijzonder voorzichtig als u de machine omkeert of deze naar u toe
trekt.
•
Bij achterwaartse bewegingen met de machine kunt u struikelen. Vermijd
achteruitlopen. Vermijd abnormale lichaamshoudingen. Zorg ervoor dat u stevig
staat en niet uw evenwicht verliest.
•
Houd de door de lengte van de stuurboom bepaalde veilige afstand aan.
•
Om een afglijden van het toestel tijdens het dragen te verhinderen, dient u het
toestel steeds vast te nemen met de daarvoor voorziene grijpinrichtingen
(behuizing, onderste gedeelte van de duwstang).
•
Neem voor het optillen of dragen het gewicht van de machine in acht (zie
technische gegevens). Het optillen van grote gewichten kan leiden tot problemen
met de gezondheid.
•
Til de machine nooit op en draag deze nooit met draaiende motor.
•
Gebruik de machine nooit met beschadigde of ontbrekende veiligheids- en
bescherminrichtingen.
Ontbrekende of beschadigde veiligheids- en bescherminrichtingen brengen uw
veiligheid en de veiligheid van andere personen in gevaar.
Veiligheidsinrichtingen zijn (zie hoofdstuk Beschrijving van de componenten):
–
Veiligheidsschakelbeugel motorstop (1)
De verticuteerder is uitgerust met een motorstop-inrichting.
In het lopende bedrijf en op een moment van gevaar wordt door de
beugel voor de motorstop los te laten de verbrandingsmotor afgezet.
De verbrandingsmotor en het maaimes moeten tot stilstand komen
(Opgelet! Het maaimes loopt na!). Anders de dichtstbijzijnde
geautoriseerde vakwerkplaats opzoeken.
De beugel moet na het loslaten in elk geval weer in de in de
afbeelding „Beschrijving van de componenten" getoonde positie
terugspringen.
Als dit niet het geval is, dan moet dit onmiddellijk door een
geautoriseerde vakwerkplaats gecontroleerd worden.
4