De functie van de veiligheidsschakelbeugel mag in geen geval buiten
werking worden gesteld.
Men moet controleren of de veiligheidsschakelbeugel werkt zoals
voorgeschreven. Als dat niet het geval is, moet hij door een erkend
vakbedrijf gerepareerd worden.
Bescherminrichtingen zijn (zie hoofdstuk Beschrijving van de componenten):
–
Behuizing, spatbescherming (7)
Deze beveiligingsvoorzieningen beschermen tegen letsel door omhoog
geslingerde voorwerpen.
Het apparaat mag niet met beschadigde behuizing c.q. zonder op de
voorgeschreven wijze bevestigde spatbescherming worden gebruikt.
–
Behuizing
Deze beveiligingsvoorziening beschermt tegen letsel door contact
met het roterende maaimes.
Het apparaat mag niet met beschadigde behuizing worden gebruikt.
Erop letten dat handen en voeten niet onder de behuizing komen.
–
Afdekkingen van de riemaandrijving (
Deze beveiligingsvoorzieningen beschermen tegen letsel door
bewegende onderdelen.
Het apparaat mag niet met beschadigde c.q. zonder op de
voorgeschreven wijze bevestigde afdekkingen worden gebruikt.
–
Veiligheidsrooster voor de uitlaat (
De motor/uitlaat wordt zeer heet. Het veiligheidsrooster beschermt
tegen verbrandingen.
Het toestel niet zonder veiligheidsrooster voor de uitlaat gebruiken.
De bescherminrichtingen mogen niet veranderd worden.
•
Wijzig de basisafstelling van de motor niet of jaag hem niet over zijn toeren.
Let er bij het in bedrijf nemen op dat uw voeten op een veilige afstand van
het maaisysteem staan.
Bij het starten van de motor mag de machine niet omhoog worden
gekanteld, maar, indien vereist, door de duwboom omlaag te duwen
slechts zo schuin worden gezet, dat het maaimes in de van de gebruiker
afgewende richting wijst, maar niet verder dan absoluut noodzakelijk is.
Voordat het apparaat weer op de grond staat, moeten beide handen zich
aan het bovenste deel van de duwboom bevinden.
Houd handen en voeten altijd uit de buurt van draaiende onderdelen. Zorg
ervoor dat handen en voeten niet onder de behuizing komen.
Zet de motor af door de beugel voor de motorstop los te laten, trek de
bougie eraf, en vergewis u ervan dat alle bewogen delen volkomen
stilstaan en de contactsleutel, indien voorhanden, is uitgetrokken,
–
als de machine wordt verlaten;
–
voordat u de machine controleert, reinigt of werkzaamheden eraan
uitvoert;
–
voordat u blokkeringen losmaakt of verstoppingen in het
uitwerpkanaal elimineert;
–
als er een vreemd voorwerp werd geraakt;
–
als de machine ongewoon begint te trillen.
•
Wanneer er een vreemd voorwerp werd getroffen en als de machine
blokkeert, bijv. als u tegen een hard voorwerp rijdt, moet u een vakhandelaar laten
controleren of er onderdelen van de machine beschadigd of vervormd zijn. Ook de
mogelijk noodzakelijke reparaties steeds door een geautoriseerde vakwerkplaats
laten uitvoeren.
•
Als de machine ongewoon sterk begint te trillen of abnormale geluiden begint te
maken, dan is een onmiddellijke controle door een geautoriseerde vakwerkplaats
vereist.
Hoge trillingen op uw handen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Wend u
als er sterke trillingen optreden meteen tot een geautoriseerde vakwerkplaats.
•
WAARSCHUWING
De in deze bedieningshandleiding vermelde geluids- en trillingsniveaus zijn de
maximum waarden voor de inzet van het apparaat.
De inzet van een snij-element in onbalans, overmatige bewegingssnelheid of
gebrekkig onderhoud zijn van aanzienlijke invloed op geluidsemissie en trillingen.
Daarom is het noodzakelijk om voorzorgsmaatregelen te treffen, zodat eventuele
schade als gevolg van hoge geluidsniveaus en belasting door trilling wordt
vermeden.
Onderhoud het apparaat goed, draag een gehoorbescherming, en neem pauzes
tijdens het werk.
De in deze bedieningshandleiding opgesomde onderhoudswerkzaamheden
), motorafdekkingen (8)
3
)
11
uitvoeren en het apparaat regelmatig door een geautoriseerde werkplaats laten
controleren en onderhouden.
Zet de motor af door de beugel voor de motorstop los te laten, en vergewis
u ervan dat alle bewogen delen volkomen stilstaan,
–
als u de verticuteerder moet optillen of kantelen, bijv. voor het
transport;
–
als u de machine naar het verticuteervlak toe en weer weg
transporteert;
–
bij het rijden buiten het gazon;
–
als u de machine korte tijd verlaat;
–
als u de verticuteerdiepte wilt instellen;
–
voordat u bijtankt. Alleen bijtanken bij koude motor!
•
Indien de motor een benzinekraan bezit, dient deze na het verticuteeren
dicht te worden gedraaid.
Onderhoud en opslag
•
Onvoldoende onderhoud van uw apparaat leidt tot veiligheidsrelevante gebreken.
•
Zorg ervoor dat alle schroefverbindingen goed zijn vastgeschroefd en dat
het toestel in een veilige arbeidstoestand is.
Bewaar de machine nooit met benzine in de tank in een gesloten ruimte
waarin eventueel benzinedampen met open vuur of vonken in contact
kunnen komen of kunnen ontvlammen.
Uitlaat en motor bereiken tijdens het gebruik zeer hoge temperaturen.
Voor onderhouds- en reinigingswerkzaamheden de machine tenminste 15
minuten laten afkoelen.
•
Houd, om brandgevaar te vermijden, de motor, uitlaat en brandstoftank vrij van
gras, bladeren en lekkende olie (vet).
Bij het omhoog kantelen of op de zijkant leggen erop letten dat er geen olie of
benzine uitloopt. Brandgevaar!
Laat de motor eerst afkoelen, voordat u de machine in een afgesloten ruimte
wegzet.
De machine in geen geval in de nabijheid van open vuur of warmtebronnen zoals
boilers of verwarmingen wegzetten.
Controleer elke keer voordat u gaat verticuteren de toestand en de goede
bevestiging van de mesas. Versleten of beschadigde messen moeten
absoluut worden vervangen. Het vervangen van de messen resp.
werkzaamheden aan de mesas altijd door een vakwerkplaats laten
uitvoeren. Door een verkeerd gemonteerde mesas kunnen delen
loskomen, hetgeen ernstige verwondingen tot gevolg kan hebben.
•
Vervang om veiligheidsredenen versleten of beschadigde onderdelen.
Draag bij onderhouds- en reinigingswerkzaamheden altijd
veiligheidshandschoenen.
•
Bij de omgang met bedrijfsmiddelen, zoals motorolie en brandstof, moet geschikte
persoonlijke beschermingsmiddelen (bijv. geschikte veiligheidshandschoenen)
worden gedragen.
De gegevensbladen van de bedrijfsmiddelen moeten in acht worden genomen.
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd op vlakke ondergronden bij uitgeschakelde motor en
uitgetrokken bougiestekker. Een regelmatig onderhoud is onontbeerlijk
voor de veiligheid en het behoud van het prestatievermogen.
•
Bougiestekker nooit bij lopende motor eraf trekken! Gevaar: elektrische schok.
•
Koppel de bougiestekker alleen los als de motor is afgekoeld.
Verbrandingsgevaar!
•
Op goede zitting van de bougiestekker letten! Gevaar: elektrische schok.
•
Indien de tank geledigd dient te worden, dan moet dit in open lucht en bij
koude motor te gebeuren. Er op letten, dat er geen brandstof wordt gemorst.
•
De verticuteermachine alleen met verhoogde mesas opslaan. Een verlaagde
mesas kan op den duur verbuigen en de gebruiksveiligheid van de
verticuteermachine in gevaar brengen.
Om garantie- en veiligheidsredenen mogen er alleen originele onderdelen worden
gebruikt.
Niet gelijkwaardige onderdelen kunnen de machine beschadigen en uw veiligheid
in gevaar brengen.
5