3.2
Verkeerd gebruik
3.3
Plichten van de gebrui-
ker
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos GIGA2.0-I, Wilo-Stratos GIGA2.0-D • Ed.02/2022-07
Installatie binnen een gebouw:
Droogloperpompen dienen in een droge, goed geventileerde en vorstbestendige ruimte te
worden geïnstalleerd.
Installatie buiten een gebouw (buitenopstelling)
•
Toelaatbare omgevingsomstandigheden en beschermingsklasse in acht nemen.
•
Installeer de pomp in een huis die bescherming biedt tegen weersinvloeden. Neem de
toegestane omgevingstemperaturen in acht (zie de tabel „Technische gegevens"
[} 367]).
•
Bescherm de pomp tegen weersinvloeden zoals rechtstreeks zonlicht, regen en sneeuw.
•
De pomp zo beschermen, dat de condensaatafvoergroeven vrij blijven van vervuilingen.
•
Voorkom de vorming van condensaat door passende maatregelen te treffen.
Voor het doelmatige gebruik van de pomp moeten ook deze inbouw- en bedieningsvoor-
schriften en de informatie en aanduidingen op de pomp in acht worden genomen.
Elke andere toepassing wordt beschouwd als verkeerd gebruik en leidt tot verlies van elke
aansprakelijkheid.
De bedrijfsveiligheid van het geleverde product is alleen gegarandeerd bij doelmatig ge-
bruik overeenkomstig het hoofdstuk "Toepassing" van de inbouw- en bedieningsvoor-
schriften. De in de catalogus/het gegevensblad aangegeven grenswaarden mogen nooit
worden over- of onderschreden.
WAARSCHUWING
Verkeerd gebruik van de pomp kan tot gevaarlijke situaties en
materiële schade leiden!
Niet-toegestane stoffen in de vloeistof kunnen de pomp vernielen. Door
abrasieve vaste stoffen (bijv. zand) neemt de slijtage van de pomp toe.
Pompen zonder Ex-goedkeuring zijn niet geschikt voor toepassing in ex-
plosieve zones.
• Gebruik uitsluitend de door de fabrikant toegestane vloeistof.
• Houd licht ontvlambare materialen/vloeistoffen uit de buurt van het
product.
• Laat nooit onbevoegde personen werkzaamheden uitvoeren.
• Gebruik nooit buiten het aangegeven toepassingsgebied.
• Voer nooit zelf ombouwwerkzaamheden uit.
• Gebruik uitsluitend toegestaan toebehoren en originele reserveon-
derdelen.
•
Stel de inbouw- en bedieningsvoorschriften in de taal van het
personeel ter beschikking.
•
Zorg voor de vereiste opleiding van het personeel voor de aan-
gegeven werkzaamheden.
•
Regel de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het
personeel.
•
De vereiste beschermingsuitrustingen moeten ter beschikking
worden gesteld. Er moet voor worden gezorgd dat deze door
het personeel worden gedragen en/of gebruikt.
•
De aangebrachte veiligheids- en instructieplaatjes op het pro-
duct moeten permanent leesbaar worden gehouden.
•
Instrueer het personeel over de werking van de installatie.
•
Sluit risico's verbonden aan het gebruik van elektriciteit uit.
•
Voorzie onderdelen die gevaar kunnen opleveren (extreem
koud, extreem warm, draaiend enz.) van een door de klant te
leveren aanrakingsbeveiliging.
nl
363