–
De maaier recht zetten en aan de opening merkolie (hoeveelheid en kwaliteit zie
technische gegevens) gieten. De peilstok inschroeven en het oliepeil controleren
(zie „Oliepeil controleren" en „Olie vullen", afbeelding Y1 )! Bij oliepeil zoals
voorgeschreven de oliepeilstok erin steken en vastdraaien.
Schoonmaken resp. vervangen van de luchtfilter (Afbeelding W )
BELANGRIJK
Nooit de motor met gedemonteerde luchtfilter starten of laten lopen.
–
De moeren (1) op het luchtfilterdeksel (2) losdraaien en de afdekking verwijderen.
–
Het voorfilter (3) en papierfilterelement (4) verwijderen.
–
Het papierfilterelement om de 50 bedrijfsuren reinigen.
Het filterelement bij lichte vervuiling voorzichtig uitkloppen op een glad oppervlak.
Bij sterke vervuiling of beschadiging vernieuwen. Papierfilter niet uitwassen, niet
uitblazen met perslucht en niet oliën.
–
De voorfilters om de 50 bedrijfsuren reinigen.
Voorfilters met een vloeibaar reinigingsmiddel wassen in warm water, grondig
uitspoelen in schoon water, overtollig water eruit drukken en grondig laten drogen
aan de lucht. Het voorfilter niet oliën.
–
Het droge voorfilter op het papierfilterelement schuiven en beide in de
luchtfilterplaat (5) plaatsen. Controleren of het luchtfilter stevig in de plaat zit.
–
De afdekking (2) op het luchtfilter plaatsen en met de moer (1) stevig aan de
luchtfilterplaat (5) bevestigen.
Bij ongunstige gebruiksomstandigheden (sterke stofontwikkeling) moet elke keer na het
maaien worden gereinigd. Papierfilterelement en voorfilter jaarlijks of om de 200
bedrijfsuren vervangen.
(Bestelnr. filterelement en voorfilter zie originele reserveonderdelen en accessoires)
Controle van de bougie (Afbeelding Y )
Om de slijtage van de bougie te controleren, bougiestekker aftrekken en de bougie
losschroeven. Als de elektrode sterk versleten is, dan dient de bougie te worden
vervangen (bestelnummer: zie originele reserveonderdelen en accessoires).
De bougie kan eventueel ook met een staalborstel worden gereinigd. Vervolgens dient
de elektrodeafstand te worden afgesteld op 0,5 mm. De bougie (op omkeerring letten)
met de hand in de motor vastschroeven en met een dopsleutel handvast monteren.
Bougiestekker erop drukken. De bougie elk jaar vervangen.
Overwinteren van de motor volgens voorschrift (of bij langdurige
stilstand)
–
Benzinetank leegmaken en motor zo lang laten draaien tot deze door gebrek aan
brandstof automatisch afslaat.
–
Schakel de motor uit en trek de bougiestekker af.
–
De olie aftappen zolang de motor nog warm is. Met verse olie (hoeveelheid en
kwaliteit zie technische gegevens) bijvullen.
–
Gras- en maaibezinksel van cilinder en koelribben, onder de motorkap en rondom
de uitlaat verwijderen.
–
De maaier moet altijd in schone toestand in een droge, gesloten ruimte buiten
bereik van kinderen worden bewaard.
18 OORZAKEN VAN STORINGEN EN HET VERHELPEN
DAARVAN
Storingen
Mogelijke oorzaken
Schakelbeugel niet
Motor springt niet aan
omgeklapt.
Brandstoftank leeg.
Bougiestekker los.
Bougie defect resp.
vervuild of elektroden
afgebrand.
Motor krijgt te veel
benzine (bougie nat).
Luchtfilter vervuild.
Motorvermogen neemt
af
Motor draait
onregelmatig
Maaier rijdt niet
Sterke trillingen
(vibratie)
Onzuivere afsnijding,
gras wordt geel
Verstopte afvoer
Het gemulchte gras ziet
er slecht uit:
Oplossing
Klompen, bovenmatige
maaigoedhoeveel-
Schakelbeugel op het
heden, grof gemaaid
bovenstuk van de duwboom
indrukken D .
Schone en verse brandstof
bijtanken.
Bougie erop drukken of door
een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Bougie vervangen resp.
reinigen, elektrodenafstand
instellen op 0,5 mm Y .
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Luchtfilterelement reinigen
resp. vernieuwen W .
Neem in geval van hier niet nader beschreven storingen en defecten contact op met de
dichtst bijzijnde geautoriseerde vakwerkplaats.
11
Luchtfilter vervuild.
Luchtfilterelement reinigen
resp. vernieuwen W .
Bougie onder het roet.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Brandstof verouderd of
Benzinetank leegmaken en
vervuild
verse brandstof erin gieten.
Luchtfilter schoonmaken
Luchtfilter vuil.
resp. vervangen W .
Door een geautoriseerde
Bougie verkoold.
vakwerkplaats laten
controleren.
Schakelbeugel voor
Trek aan de schakelbeugel
rijaandrijving niet
voor rijaandrijving G
ingetrokken.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Messenbalk bot.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten slijpen
en uitbalanceren Q .
Snijhoogte te laag.
Grotere snijhoogte instellen
I .
Toerental van de motor
Door een geautoriseerde
te laag.
vakwerkplaats laten
controleren.
Maaien met te hoge
Maaisnelheid aanpassen,
snelheid.
indien nodig rijaandrijving
uitschakelen.
Maaibanen onvoldoende
Bij hoog gras moeten de
overlapt.
maaibanen verder
overlappen.
Het gras vervilt
Door gebruik een
verticuteerder kan merkbare
verbetering worden bereikt.
Toerental van de motor
Met max. toerental werken.
te laag.
Bij lage snijhoogte bij te
Grotere snijhoogte instellen
hoog gras.
I .
Maaien met te hoge
Maaisnelheid aanpassen,
snelheid.
indien nodig rijaandrijving
uitschakelen.
Het gras is vochtig.
Gras laten drogen.
Messenbalk bot.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten bijslijpen
en uitbalanceren.
Mulchregel niet
Grotere maaihoogte instellen
nageleefd (max. 1/3 van
I .
de grashoogte snijden;
Maaier op zijuitworp
de te snijden grashoogte
ombouwen R3 en gazon
moet kleiner dan 10 cm
eerst met hoge snij-instelling
zijn)
maaien.
Grasverzameling onder
Grotere maaihoogte instellen
het maaiwerk.
I .
Rijsnelheid te hoog.
Rijsnelheid aanpassen, zo
nodig rijaandrijving
uitschakelen.
Maaibanen niet
Bij hoog gras moeten de
voldoende overlapt.
maaibanen eventueel verder
overlappen.
Gras is vocht.
Grotere maaihoogte instellen
I .
Gazon laten drogen.