functie van de motor en bovendien een basisvoorwaarde voor garantieaanspraken.
De motor vooral uitwendig altijd schoonhouden, vooral de omgeving van geluiddemper
en cilinder moet altijd vrij van vreemde voorwerpen zijn (bijv. grasresten). Uitlaat en
motor bereiken tijdens het bedrijf zeer hoge temperaturen. Brandbare vreemde
voorwerpen zoals loof, gras enz. kunnen ontbranden.
Ook een foutloze koeling is alleen gegarandeerd als de cilinderribben steeds schoon
zijn.
BELANGRIJK
De motor nooit met een hogedrukreiniger of een normale waterstraal reinigen.
Beschadigingen resp. dure reparaties kunnen het gevolg zijn.
Olie wisselen
AANWIJZING
Om het milieu te beschermen adviseren wij de olieverversing door een
vakwerkplaats te laten uitvoeren.
De eerste olieverversing bij nieuwe motor is vereist na ca. 20 bedrijfsuren. Later
ongeveer om de 50 bedrijfsuren of minstens eenmaal per maaiseizoen.
–
Voordat de motor of het apparaat worden gekanteld om olie af te laten, de
benzinetank leegmaken en de motor zo lang laten lopen, tot hij wegens
brandstofgebrek stilvalt.
–
Motor afzetten en bougiestekker eraf trekken.
–
De olie verversen, zolang de motor warm is.
–
Voor de olieverversing de meetstaaf uit de olievulopening nemen en de maaier zo
op zijn kant leggen, dat oude olie wegstroomt in een opvangvat.
Oude olie niet in de riolering of in de grond terecht laten komen, maar
verwerken conform de plaatselijke voorschriften.
–
De maaier recht zetten en aan de opening merkolie (hoeveelheid en kwaliteit zie
technische gegevens) gieten. De meetstaaf erin steken, maar niet vastschroeven,
en oliepeil controleren (zie hoofdstuk Olie vullen, afbeelding Y1 )! Bij oliepeil zoals
voorgeschreven de oliemeetstaaf weer erin steken en vastdraaien.
Schoonmaken resp. vervangen van de luchtfilter (Afbeelding W )
BELANGRIJK
Nooit de motor met gedemonteerde luchtfilter starten of laten lopen.
–
De afdekking (1) openen, naar beneden kantelen en verwijderen.
–
Papierfilterelement (2) en voorfilter (3) wegnemen. Om het voorfilter uit de
afdekking te nemen moet eerst het rooster (4) worden verwijderd.
–
Papierfilterelement om de 50 bedrijfsuren reinigen
Bij lichte vervuiling voorzichtig uitkloppen op een glad oppervlak. Bij sterke
vervuiling of beschadiging vernieuwen. Papierfilter niet uitwassen, niet uitblazen
met perslucht en niet oliën.
–
De voorfilters om de 50 bedrijfsuren reinigen.
Voorfilters met een vloeibaar reinigingsmiddel wassen in warm water, grondig
uitspoelen in schoon water, overtollig water eruit drukken en grondig laten drogen
aan de lucht. Het voorfilter niet oliën.
–
Na het reinigen resp. vervangen het filterelement in de luchtfilterplaat zetten, het
voorfilter in de afdekking zetten en met het rooster fixeren.
–
De haak (5) aan de afdekking (1) in de adapter (6) onder in de luchtfilterplaat
steken.
–
De afdekking naar boven kantelen en zorgvuldig sluiten.
Bij ongunstige gebruiksomstandigheden (sterke stofontwikkeling) moet elke keer na het
maaien worden gereinigd. Papierfilterelement en voorfilter jaarlijks of om de 100
bedrijfsuren vervangen.
(Bestelnr. filterelement zie originele reserveonderdelen en accessoires)
Controle van de bougie (Afbeelding Y )
Om de slijtage van de bougie te controleren, bougiestekker aftrekken en de bougie
losschroeven. Als de elektrode sterk versleten is, dan dient de bougie te worden
vervangen (bestelnummer: zie originele reserveonderdelen en accessoires).
De bougie kan eventueel ook met een staalborstel worden gereinigd. Vervolgens dient
de elektrodeafstand te worden afgesteld op 0,6-0,7 mm. De bougie (op omkeerring
letten) met de hand in de motor vastschroeven en met een dopsleutel handvast
monteren. Bougiestekker erop drukken. De bougie elk jaar vervangen.
Overwinteren van de motor volgens voorschrift (of bij langdurige
stilstand)
–
Benzinetank leegmaken en motor zo lang laten draaien tot deze door gebrek aan
brandstof automatisch afslaat.
–
Schakel de motor uit en trek de bougiestekker af.
–
De olie aftappen zolang de motor nog warm is. Met verse olie (hoeveelheid en
kwaliteit zie technische gegevens) bijvullen.
–
Gras- en maaibezinksel van cilinder en koelribben, onder de motorkap en rondom
de uitlaat verwijderen.
–
De maaier moet altijd in schone toestand in een droge, gesloten ruimte buiten
bereik van kinderen worden bewaard.
19 OORZAKEN VAN STORINGEN EN HET VERHELPEN
DAARVAN
Storingen
Mogelijke oorzaken
Schakelbeugel is niet
Motor slaat niet aan
omgeklapt.
Brandstofkraan gesloten. Brandstofkraan openen A .
Beluchtingsklep in het
tankdeksel gesloten.
Brandstoftank leeg.
Bougiestekker los.
Bougie defect resp. vuil
of elektroden opgebrand.
Motor krijgt te veel
benzine (bougie nat).
Luchtfilter vuil.
Luchtfilter vervuild.
Motorvermogen neemt
af
Beluchtingsklep in het
tankdeksel gesloten.
Bougie onder het roet.
Brandstof verouderd of
vervuild
Ventilatieventiel in
Motor draait
tankdeksel gesloten.
onregelmatig
Luchtfilter vuil.
Bougie verkoold.
Schakelbeugel voor
Maaier rijdt niet
rijaandrijving niet
ingetrokken.
Rijsnelheid kan niet
worden geregeld
Sterke trillingen
(vibratie)
Messenbalk bot.
Onzuivere afsnijding,
gras wordt geel
Snijhoogte te laag.
Toerental van de motor
te laag.
11
Oplossing
Schakelbeugel op het
bovenstuk van duwstang
drukken D .
Beluchtingsklep in het
tankdeksel openen A .
Zuivere en nieuwe brandstof
natanken.
Bougiestekker plaatsen of
door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Bougie vervangen of
reinigen, afstand tussen de
elektroden op 0,6-0,7 mm
instellen Y .
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Luchtfilter schoonmaken
resp. vervangen W .
Luchtfilterelement reinigen
resp. vernieuwen W .
Beluchtingsklep in het
tankdeksel openen A .
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Benzinetank leegmaken en
verse brandstof erin gieten.
Ventilatieventiel in tankdeksel
openen A .
Luchtfilter schoonmaken
resp. vervangen W .
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Trek aan de schakelbeugel
voor rijaandrijving G
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten slijpen
en uitbalanceren Q .
Grotere snijhoogte instellen
I .
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.