10.1.2.1 Op de flitser in te stellen correctie
REMOTE
TTL
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
MASTER
sensortoets
I
A
u
master-flitser dat het master-keuzemenu
I
B
—
u
verschijnt.
I
C
—
u
I
I
A
B
C
MASTER O
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets
MODE
EV
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
O
EV
toetsen
correctiewaarde voor de belichting
2/3
(bijv. + 1) in.
1
• Druk op de sensortoets voor de gewenste
1 1/3
correctiewaarde
p
q
REMOTE
TTL
1
MASTER
I
A
—
u
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
I
B
—
u
I
C
—
u
I
I
A
B
C
op de flitsbelichting (EV) in de
TTL-functie
TTL
voor de functie van
EV
.
en stel de gewenste
1
.
10.1.2.2 Deelvermogen in de M-functie op
de masterflitser instellen
REMOTE
M
Stel de flitsfunctie in op
MASTER
1/1
10.1.2 beschreven.
I
A
u
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
I
B
—
u
sensortoets
I
C
—
u
menu verschijnt.
I
I
A
B
C
MASTER O
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
MODE
toets
P
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
O
P
toetsen
vermogen in te stellen.
1/8 - 2/3
1/16
1/16 - 1/3
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets van het uitgekozen deelvermogen
p
q
1/16
.
REMOTE
M
1/16
MASTER
I
A
—
u
I
B
—
u
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
I
C
—
u
I
I
A
B
C
M
zoals onder
M
, dat het master keuze-
P
.
om het gewenste deel-
x
135