Het gereflecteerde licht van die meetflitsen
wordt door de camera geëvalueerd.
Overeenkomstig deze evaluatie wordt de dan
volgende flitsbelichting door de camera
afgestemd op de opnamesituatie (zie voor
nadere details de gebruiksaanwijzing van uw
camera).
Na een correct belichte opname licht de aan-
duiding van de belichtingscontrole geduren-
de ong. 3 sec op (zie 4.2).
Het instellen van de flitsfunctie
• Schakel de flitser met de toets
MB 64AF-1
Het opstartscherm verschijnt.
De flitser schakelt altijd in met de het laatst
digital
gebruikte flitsfunctie (bijv. M-flitsfunctie).
NIK
V 1.2
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
aangegeven flitsfunctie, tot de aanduiding
M
voor het kiezen verschijnt.
7.2 m
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
M-
5,6
m
35
Zoom
F
toetsen
m
P
functie.
1/1
• Druk op de in een zwart vlakje staande
O
functie. De instelling treedt onmiddellijk in
MODE
werking.
• Stel op de camera een overeenkomende
TTL
functie in, bijv. P, S, A enz.
A
• Tip de ontspanknop op de camera even
p
aan, zodat er een uitwisseling van gege-
q
vens tussen camera en flitser plaats kan
vinden.
in.
M-
Zoom
en kies de gewenste
M-
Zoom
7.2 i-TTL-BL-flitsfunctie (
Deze digitale flitsfunctie wordt alleen door
camera's ondersteund als deze zijn voorzien
van een objectief dat de afstandsgegevens
aan de camera doorgeeft (bijv. de
D-AF-Nikkor objectieven). Bij de opname wor-
den deze gegevens bij de dosering van het
flitslicht door de camera in acht genomen.
Het instellen van de flitsfunctie
• Schakel de flitser met de toets
Het opstartscherm verschijnt.
M
De flitser schakelt altijd in met de het laatst
gebruikte flitsfunctie (bijv. M-flitsfunctie).
7.2 m
• Stel op de camera een overeenkomende
functie in, bijv. P, S, A enz.
5,6
m
35
F
m
• Tip de ontspanknop op de camera even
P
aan, zodat er een uitwisseling van gege-
1/1
vens tussen camera en flitser plaats kan
O
vinden.
MODE
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
aangegeven flitsfunctie, tot de aanduiding
TTL
voor het kiezen verschijnt.
A
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
p
toetsen
q
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
TTL BL
toets
TTL
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
Door sommige camera's wordt de BL-functie
0.6- 7.2 m
niet ondersteund bij de SPOT-belichtings-
5,6
m
meting. De flitsfunctie 'BL' wordt dan auto-
35
F
m
matisch uitgeschakeld, c.q. laat zich niet
EV
activeren.
TTL BL
)
in.
TTL BL
en kies
uit.
.
123
x