13.2 Indirect flitsen met een reflectie-
kaart
Door indirect te flitsen met de ingebouwde
reflectiekaart
lichtjes in de ogen worden verkregen:
• Zwenk de reflectorkop 90° naar boven.
• Trek de reflectiekaart
groothoekdiffusor
kop naar voren.
• Houd de reflectiekaart
de groothoekdiffusor
torkop.
13.3 Dichtbijopnamen / macro-opnamen
In het dichtbijbereik en bij macro-opnamen
kan door de parallaxfout tussen flitser en
objectief aan de onderrand van het beeld het
onderwerp afgeschaduwd worden. Om dit te
vermijden kan de hoofdreflector met een
hoek van -9° naar beneden worden
gezwenkt. Druk daarvoor op de ontgrendel-
knop
van de reflector en zwenk hem naar
beneden.
+
Is de hoofdreflector naar beneden gezwenkt
dan wordt dat in het display aangegeven met
„
" . De hulpreflector wordt hierbij niet
ondersteund en flitst niet mee.
Bij opnamen in het dichtbijbereik moet u er
op letten, dat een bepaalde minimumafstand
aangehouden moet worden om overbelich-
ting te vermijden.
kunnen bij personen spits-
samen met de
boven uit de reflector-
vast en schuif
terug in de reflec-
13.4 Geheugen van de meetwaarde FE
Sommige camera's beschikken over een
geheugen vooreen flitsbelichtingsmeting
(FE= Flash exposure). Dit wordt door de
flitser in de flitsfunctie i TTL ondersteund.
Hiermee kan, voorafgaand aan de eigenlijke
belichting, reeds de dosering voor de navol-
gende opname worden vastgelegd. Dit is
bijvoorbeeld vooral zinvol als de flitsbelich-
ting afgestemd moet worden op de reflectie
van een bepaalde uitsnede van het onder-
werp die niet absoluut identiek hoeft te zijn
aan het gehele onderwerp.
Het activeren van deze functie moet op de
camera gebeuren. Richt het meetveld van de
AF-sensor op het onderwerpsdetail waarop
de flitsbelichting moet worden afgestemd en
stel scherp. Door te drukken op de FE-toets
op de camera (de aanduiding varieert van
type camera tot type camera; zie de gebruik-
saanwijzing van de camera) zendt de flitser
een FE-proefflits uit.
In de zoeker van de camera ziet u dan een
aanduiding voor de opgeslagen meetwaarde
, bijv. 'EL'. Met behulp van het gereflecteerde
licht van de testflits legt de camera de het
vermogen vast waarmee de dan volgende
flitsbelichting plaats moet vinden. Op het
eigenlijke hoofdonderwerp kan dan met het
AF-sensormeetveld van de camera worden
scherpgesteld. Nadat u op de ontspanknop
van de camera hebt gedrukt wordt de
opname met de eerder bepaalde hoeveel-
heid flitslicht gemaakt!
x
153