16. Fail Safe instelling
Met behulp van de Fail Safe-instelling hebt u de mogelijkheid de servo's in een bepaalde positie te laten lopen, in het
geval de ontvanger geen zendersignaal meer ontvangt. Als de zender tijdens het vliegen uitvalt, kan zo vb. de motor
automatisch worden uitgeschakeld zodat het model niet ongecontroleerd kan wegvliegen.
Om de Fail Safe-instelling van de vier stuurkanalen in te stellen, gaat u als volgt te werk:
• Schakel eerst de zender in en vervolgens de ontvanger.
• Druk met een scherp voorwerp (tandenstoker, etc.) zolang op de set-uptoets op de ontvanger (zie ook afbeelding
15, pos. 2) tot de LED in de ontvanger langzaam knippert.
• Breng nu binnen de 5 seconden met behulp van de beide stuurknuppels de servo's of de motorregelaar in de
gewenste Fail Safe positie en druk opnieuw op de set-uptoets op de ontvanger.
• De LED in de ontvanger knippert kort en snel en licht vervolgens permanent op.
Belangrijk!
Om de Fail Safe instelling te controleren stuurt u met behulp van de stuurknuppels de servo's tot aan de
aanslag uit en schakelt u vervolgens de zender uit.
De ontvanger ontvangt nu geen zendersignaal (de rode LED in de ontvanger dooft uit) en zal bij een
correcte Fail Safe programmering de servo's in de voorheen opgeslagen positie laten lopen.
89