5.7
Afstelling van de verdeler
Bij bepaalde toepassingen, bijvoorbeeld bij ketels met drie rook-
toeren of bij installaties met zeer lange of brede rookkanalen, is
het mogelijk dat een onstabiele vlam wordt geproduceerd als ge-
volg van de excessieve circulatie van de rook langs de circulatie-
leiding 1)(Afb. 11).
In deze gevallen kan de verdeler 2)(Afb. 11) afgesteld worden
door de diameter van de passage van die rook te beperken.
Raadpleeg Tab. H pag. 22.
5.8
Regeling van de branderkop
De regeling van de branderkop hangt af van het doorstromings-
vermogen van de brander.
Ga als volgt te werk om de regeling uit te voeren:
Draai de regelschroef 2)(Afb. 12) rechtsom of linksom tot het
merkteken op de regelbeugel 3)(Afb. 12) samenvalt met het bui-
tenvlak van de verstuiverhoudergroep 1)(Afb. 12).
Voorbeeld:
de regelbeugel 3)(Afb. 12) is geijkt op het merkteken 2,5; dit be-
tekent dat de brander afgesteld is voor een debiet van 5,3 kg/h
met de pompdruk op 9 bar en met gebruik van een verstuiver van
1,50 GPH, zoals wordt aangegeven in Tab. H pag. 22.
20137241
Installatie
D9687
S7995
16
NL
1
2
mm
2
3
1
Afb. 11
Afb. 12