52
nederlands
6. In bedrijf nemen/bedrijfscontrole
6.1 Algemeen
De installatie moet vakkundig gevuld en ontlucht zijn.
De pomp alleen met gevulde installatie in bedrijf nemen.
Spanning inschakelen.
6.2 Ontluchten
Het ontluchten van de pomp, speciaal de motorruimte, gebeurt
na een korte bedrijfsduur automatisch. Indien echter een snelle
ontluchting gewenst is, als volgt handelen:
- Pomp uitschakelen
- Systeemdruk tot 0,5 bar reduceren
- Deblokkeringsknop zover losdraaien
(circa één omwenteling tegen de klok in) tot er water uitkomt.
Pas op verbrandingsgevaar!
Al naar gelang temperatuur en systeemdruk kan heet medium,
vloeibaar of stoomvormig, naar buiten komen.
- Knop nooit geheel uitdraaien.
Pomp kan lucht aanzuigen.
Sterke vloeistof uitstroom.
- Pomp 5 tot 8 maal in- en uitschakelen totdat bij de knop alleen
nog water naar buiten komt.
- Knop weer vastdraaien.
- Pomp inschakelen.
6.3 Bedrijfscontrole
De pomp loopt geruisloos, zodat voor akoestische bedrijfscontrole
een schroevendraaier op de pomp moet worden gezet en tegen
het oor gehouden worden.
6.4 Deblokkeren
Pomp uitschakelen.
Afsluiters voor en na de pomp sluiten.
Verbrandingsgevaar bij het aanraken van de pomp.
Pomp en motor kunnen zéér heet zijn.
Pas op verbrandingsgevaar!
Na het losdraaien van de deblokkeringsknop (water komt door het
lager naar buiten) kan de motoras d.m.v. een schroevendraaier
gedeblokkeerd worden. Aseinde draaien tot de weerstand weg is
en de as soepel loopt.
Al naar gelang temperatuur en systeemdruk kan heet medium,
vloeibaar of stoomvormig, naar buiten komen.
Knop opnieuw monteren.
Afsluiters openen.
Pomp inschakelen.
Al naar gelang systeemdruk (let op dichtheid
Pas op
afsluiters) kan rotor blokkeren.