–
Schroeven met zelfborgende moeren tegen verlies
beveiligen.
–
Bouten met een borgpen of vergelijkbare beveiliging borgen.
Elektrische aansluiting
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom! Risico op ernstige
ongelukken!
Alle werkzaamheden en elektrische aansluitingen moeten
voldoen aan de nationale voorschriften van het betreffende
land.
–
De elektrische aansluiting mag alleen door een
gekwalificeerde elektromonteur worden verricht.
Gevaar door onbevoegd gebruik!
De elektrische aansluiting moet bij de exploitant zodanig zijn
uitgevoerd dat de lier tegen onbevoegd gebruik kan worden
beveiligd! Geschikte veiligheidsmaatregelen kunnen zijn:
–
afsluitbare nooduitschakelinginrichting
–
afsluitbare hoofdschakelaar
–
Sleutelschakelaar
–
afneembare bedieningsinrichting
Risico op ernstige ongelukken! Gevaar door elektrische
stroom!
Om elektrische gevaren te vermijden, moet de elektrische
aansluiting voldoen aan de aanwijzingen en instructies in
deze handleiding.
De elektrische aansluiting moet door de exploitant/eigenaar
overeenkomstig EN 60204-32 worden uitgevoerd.
De aarding vindt plaats via de toevoerkabel. De werking van de
aarding moet gecontroleerd zijn (isolatieveiligheidscontrole). Evt.
zijn extra maatregelen noodzakelijk.
Bij behoefte kan een generator met het 3-voudige nominale
vermogen van het vermogen van de lier worden gebruikt (nom.
vermogen van de generator [kVA] = aantal lieren x nominaal
vermogen van de lieren [kW] x 3). De generator moet door de
exploitant worden geaard. De werking van de aarding moet
gecontroleerd zijn (isolatieveiligheidscontrole).
De beschikbaar gestelde aansluiting moet van een 30 mA
aardlekschakelaar (FI resp. RCD) en een overstroombeveiliging
(zekeringautomaat met K-karakteristiek volgens elektrisch
schema en orderspecificatie zijn voorzien. De startstroom komt
overeen met de 3-voudige nominale stroom van de lier.
Draaistroom: 400 V (3P + N + PE), 50 Hz
Wisselstroom: 230 V (3P + N + PE), 50 Hz
Hoe langer de voedingskabel des te groter moet de
kabeldoorsnede zijn.
–
Hangende kabel met een kabelkous (1) bevestigen, zie
Afb. 25.
–
Gebruik zware rubberen kabels met draagorgaan.
G961.1 - 03/2012
Montage- en bedieningshandleiding
Vaststellen van de noodzakelijke kabeldoorsnede:
De volgende tabellen gelden voor lieren met 50 Hz. Bij 60 Hz
moeten afhankelijk van het vermogen grotere kabeldiameters
worden gebruikt.
–
Identificatieletter (bijv. 'C') in tabel 5 opzoeken. Bij lieren met
twee snelheden is de maximale snelheid maatgevend.
–
In tabel 6 de noodzakelijke kabeldoorsnede bij de
identificatieletter zoeken.
Een lier
m/min 400 V 230 V 230 V 400 V 230 V 230 V
MWX 500
9
A
18
B
MWX 800
9
B
MWX 1020
18
C
MWX 1530
9
B
18
C
Tabel 5
Identificatieletter
Kabeldoorsnede [mm²]
voor kabellengtes tot...
20 m
A
1,5
B
1,5
C
1,5
D
1,5
E
1,5
F
1,5
G
2,5
Tabel 6
Kabel monteren
GEVAAR!
Risico op ernstige ongelukken door een ondeskundige
bevestiging of schade aan de kabel!
Dodelijk of ernstig letsel mogelijk.
–
De kabel moet vrij hangen.
–
De kabel mag niet over een rand worden geleid.
Twee lieren
C
E
B
E
F
E
-
D
G
-
E
-
D
F
-
F
-
E
G
-
E
-
D
-
-
F
-
F
-
-
50 m
100 m
200 m
1,5
1,5
1,5
1,5
1,5
2,5
1,5
2,5
4
2,5
4
6
2,5
4
10
4
10
16
6
10
16
NL-13