Bevestiging; Belastingslimieten - Tractel tirak MWX 500-1537 Série Manuel D'installation

Montage- en bedieningshandleiding
De opvangvoorziening tast doorlopend de snelheid van de
draagkabel af. Het klemmechanisme sluit automatisch bij een
plotseling optredende te hoge snelheid.
NOODSTOP-toets (opvangvoorziening)
Met de NOODSTOP-toets kan de opvangvoorziening in
noodgevallen ook handmatig geactiveerd worden.
Bedrijfsurenteller
Op de bedrijfsurenteller kunnen de bedrijfsuren worden
afgelezen om het tijdstip voor de volgende veiligheidscontrole
van de lier vast te leggen.
Fasevolgrelais (lieren zonder frequentieomvormer)
Bij besturingen voor
fasevolgorderelais het bedrijf in geval van een foute fasevolgorde
en voorkomt zo een verkeerde aansturing via de richtingtoetsen
OMHOOG/OMLAAG, wat onder bepaalde omstandigheden de
werking van eindschakelaars en hefkrachtbegrenzing buiten
werking zou kunnen stellen.
Bedrijfseindschakelaar/noodeindschakelaar
Het verplaatsingstraject moet
eindschakelaars begrensd worden, zodat de opwaartse en/of
neerwaartse beweging kan worden gestopt. De exploitant of
installatieproducent moet rekening houden met de uitkomsten
van zijn risicoanalyse bij de vastlegging van het type en het
bevestigingspunt van de eindschakelaar.
De exploitant of de producent van de installatie dient een
bedrijfseindschakelaar, resp. een noodeindpuntschakelaar en
een bodemeindpuntschakelaar in te bouwen en op de lier aan te
sluiten. Deze eindpuntschakelaars moeten geforceerd openend
zijn.
Eindschakelaar OMHOOG
De eindschakelaar OMHOOG wordt door een klem gestopt en
voorkomt dat de kabel volledig wordt ingetrokken. Daardoor
wordt het bereik in OMHOOG richting beperkt.
Kabelmagazijn
Kabeleindschakelaar (eindschakelaar OMLAAG)
De kabeleindschakelaar wordt aangestoten door stelring en
voorkomt dat de kabel volledig uit het kabelmagazijn uitloopt.
Daardoor wordt het bereik in OMLAAG-richting beperkt.
Kabelhaspel
Kabeleindschakelaar en wikkelbewaking (eindschakelaar
OMLAAG)
De wikkelbewaking schakelt zich uit, zodra de kabel op de
kabeltrommel slap wordt of het kabeluiteinde van de
kabeltrommel afloopt. De uitschakeling werkt op de stijg- en
daalbeweging.
4.8

Bevestiging

De lier wordt met een kabelstrop of een gordel aan een geschikt
bevestigingspunt bevestigd. De lier moet in trekrichting met
minder dan 2° scheeftrek zijn (zie Afb. 9).
NL-10
draaistroombedrijf stopt
met een of meerdere
Wanneer een last door een opening in een draagkrachtig plafond
of muur wordt getild of getrokken, wordt de lier boven resp. voor
de opening geplaatst (zie Afb. 9).
Aanwijzing:
Wanneer de kabelhaak niet door de opening past, voert u bij de
kabelmontage (zie '9.3 Montage, Kabel monteren' op pagina 13)
het andere kabeleinde door de opening en dan in de lier (zie
Afb. 9).
Lieren met optionele zwenkrol
Zie ook '9.3 Montage' op pagina 12.
het
4.9

Belastingslimieten

Onvakkundige bevestiging! Onvakkundig gebruik!
Risico op letsel door vallende voorwerpen!
Afhankelijk van de configuratie van hijswerktuig, omkeerrol en
last wordt de belasting van de omkeerrol, aanslagmiddel en
ophangpunt verhoogd!
– De min. breukvastheid van de omkeerrollen, van de
aanslagmiddelen en de ophangpunten moet de
maximale bedrijfslast van de lier in de gegeven
inbouwsituatie met het 4voudige overtreffen (zie Afb. 9).
De nuttige last van de lier kan door inscheren van de kabel
verhoogd worden. Zie Afb. 9 (F komt overeen met de maximale
bedrijfslast van de lier). De maximale bedrijfslast mag door het
inscheren niet worden overschreden.
Bij gebruik van omkeerrollen kan de eindschakelaar OMHOOG
niet meer door de dubbele klem worden bediend, die op de kabel
is gemonteerd.
– De operator moet de last bijzonder goed observeren of door
een uitkijkpost laten observeren. De kabelhaak mag niet tot
aan de omkeerrol worden getrokken.
Aanwijzing:
Door inscheren van de kabel daalt de hefsnelheid.
GEVAAR!
G961.1 - 03/2012