Toegepaste Symbolen; Veiligheid; Algemene Veiligheidsaanwijzingen - Tractel tirak MWX 500-1537 Série Manuel D'installation

Hijswerktuig / machine voor het hijsen van lasten
Apparaat of inrichting bestaand uit een apparaat met
draagmiddelen voor het hijsen of verplaatsen van lasten (bijv.
kabellier of kabellier met kabel en wartelhaak).
Klant / eindklant
De klant of eindklant is de klant van de installatiefabrikant en kan
gelijktijdig ook de exploitant zijn.
Lastopnamemiddelen (LAM)
Een niet tot het hijswerktuig behorende component of uitrusting,
die het mogelijk maakt om de last aan te slaan en tussen
machine en last of aan de last zelf aangebracht wordt of ertoe
bestemd is om een integraal bestanddeel van de last te worden.
Als lastopnamemiddelen gelden ook aanslagmiddelen en hun
bestanddelen.
Materiaalopnamemiddel (MAM)
Lastopnamemiddel voor materiaal.
Maximale bedrijfslast
De maximale bedrijfslast geeft aan met welke last het product
maximaal belast mag worden. De maximale bedrijfslast staat
vermeld op de typeplaat.
Nuttige last
De nuttige last is de last die door het product geheven, getrokken
of gehouden kan worden. Door inscheren volgens het takelprin-
cipe kan de nuttige last hoger zijn dan de maximale bedrijfslast.
De maximale bedrijfslast mag door het inscheren niet worden
overschreden.
Deskundige persoon
Een als zodanig benoemde en adequaat opgeleide persoon die
door zijn kennis en praktijkervaring in staat is om met behulp van
de relevante instructies en aanwijzingen de noodzakelijke
werkzaamheden veilig uit te voeren.
Met kabels in aanraking komende producten
Met kabels in aanraking komende producten zijn lieren, omkeer-
rollen, opvanginrichtingen en andere producten waar de kabel
doorheen loopt of waarmee de kabels in contact staan.
Draagmiddel
Een draagmiddel is een met het hijswerktuig verbonden inrichting
voor de opname van lastopnamemiddelen, aanslagmiddelen of
lasten (bijv. een met de draagkabel vast verbonden haak).
Onderhoudspersoneel
Een door de TRACTEL Greifzug GmbH voor het onderhoud
aangewezen en geschoolde persoon met geldig certificaat, die in
staat is om met de benodigde instructies en aanwijzingen de
noodzakelijke onderhouds-,
reparatiewerkzaamheden veilig uit te voeren.
1.2

Toegepaste symbolen

GEVAAR!
Aard en bron van het gevaar.
Gevolg: bijv. dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
– Maatregelen waarmee gevaar wordt voorkomen.
G961.1 - 03/2012
Aard en bron van het gevaar.
Gevolg: bijv. materiële schade of milieuschade.
–
Aanwijzing:
Dit symbool kenmerkt geen veiligheidsaanwijzingen maar levert
informatie voor een beter begrip van de processen.
2
2.1
Risico op ernstige ongevallen door foutieve werking,
verkeerd gebruik en foutieve bediening!
–
–
– Foutieve of beschadigde producten, accessoires en aans-
lagmiddelen mogen niet worden gebruikt.
– Alleen de voorgeschreven en voor het gebruik toegelaten
originele kabels mogen worden gebruikt. Neem de informa-
tie over het kabeltype en de kabeldiameter in acht.
– Kabels, met kabels in aanraking komende producten en
controle- en
aanslagmiddelen mogen niet met sterk verontreinigende
bouwmaterialen, zoals bijv. beton, epoxyhars of andere
hechtende materialen worden verontreinigd. Bescherm de
producten tegen verontreinigingen! In een sterk vervuilde
omgeving hulpborstels voor de kabelreiniging gebruiken.
– Bij zandstraal- of verfwerkzaamheden in de nabijheid van de
lier de lieren afdekken zodat de werking van de rem niet
wordt belemmerd.
– Let op de slijtagegrens van de kabel, zie '15.4 Service en
onderhoud, Kabel' op pagina 23.
– Regelmatig reinigen.
Montage- en bedieningshandleiding
OPGELET!
Maatregelen waarmee schade wordt vermeden.
Met dit symbool zijn apparaten voor het
materiaaltransport gemarkeerd.
Met dit symbool zijn apparaten voor het
personen- en materiaaltransport gemarkeerd.

Veiligheid

Algemene veiligheidsaanwijzingen

GEVAAR!
Neem de volgende gegevens in acht zodat de veilige en
correcte werking en inzet van het apparaat gewaarborgd
zijn!
Neem ook de speciale veiligheidsaanwijzingen voor alle
uit te voeren werkzaamheden in de afzonderlijke
hoofdstukken van deze handleiding in acht.
NL-3