NL
de dichtheidsproef van alle gasvoe-
rende componenten plaatsvinden
(zie hoofdstuk 'Gasfl es aansluiten' –
'Dichtheidsproef'). Bij een gaslek mag
het apparaat niet worden gebruikt.
■
Gasfl essen moeten altijd staand
worden ingebouwd, getransporteerd
en opgeborgen. U mag de gasfl essen
niet laten vallen en u moet ze altijd
voorzichtig behandelen.
■
De gasfl es niet beschadigen of ver-
branden.
■
Gedeukte of roestige gasfl essen of
gasfl essen met beschadigd ventiel of
andere beschadigingen zijn gevaarlijk
en moeten direct worden vervangen
door een nieuwe fl es.
■
Ook wanneer een gasfl es leeg lijkt
te zijn, is er nog altijd gas aanwezig.
Daarom moet hij als een volle worden
behandeld, getransporteerd en opge-
borgen.
GEVAAR voor brand en
explosie
■
De grill nooit aansluiten op het
aardgasnetwerk! De ventielen en
mondstukken zijn uitsluitend ge-
construeerd voor vloeibaar gas.
■
Het apparaat niet gebruiken wanneer
zich in de lucht resp. omgeving licht
ontvlambare of explosieve substanties
bevinden. Geen brandstof of andere
ontvlambare dampen of vloeistoffen
in de buurt van dit apparaat of andere
apparaten bewaren en dergelijke stof-
fen niet gebruiken met dit apparaat.
■
In de buurt van het apparaat dienen
zich tijdens het aansluiten van de
gasfl es geen ontstekingsbronnen
te bevinden, vooral geen open vuur
of brandende sigaretten, kaarsen,
lampen etc. Ook elektrische apparaten
kunnen een gevaar vormen, indien
tijdens het aansluiten gas uitstroomt.
■
In de buurt van dit apparaat of andere
apparaten dient geen gasfl es te wor-
48
den bewaard, die niet is aangesloten
voor het directe gebruik.
■
Steek niets in de openingen van het
apparaat en let erop dat deze niet zijn
verstopt, voordat het apparaat in be-
drijf wordt genomen. Zoals de meeste
apparaten die buitenshuis worden
gebruikt, is het apparaat een mogelijke
schuilplaats voor spinnen en insecten.
Verstoppingen van de gasvoerende
componenten kunnen de gasstroom
belemmeren, waardoor de prestatie
kan verminderen of er kan zelfs gas in
plaats van in de venturibuis in de be-
huizing van het apparaat stromen. Dit
kan leiden tot een ontploffi ng / brand.
Het afgekoelde apparaat moet daarom
altijd goed worden afgedekt.
■
In de volgende gevallen de venturibuis
en de aanzuigopening volgens hoofd-
stuk 'Reinigen en onderhoud' reinigen,
aangezien ze verstopt zouden kunnen
zijn:
– Gaslucht bij een zeer gele en zwak-
ke brandervlam.
– De gewenste temperatuur wordt niet
bereikt.
– Het apparaat verwarmt ongelijkma-
tig resp. de vlam fl ikkert.
■
Geen met olie of andere vloeistoffen
gevulde containers in het apparaat
plaatsen.
■
Mocht de vlam in de brander uitgaan,
alle gasventielen sluiten. Voor het op-
nieuw aansteken ca. 5 minuten wach-
ten, om een ontploffi ng te voorkomen.
■
Het apparaat niet afdekken, zolang het
heet is, om brand te voorkomen.
■
Bij brand: alle ventielen sluiten! Blus
niet met water! Doof vlammen met een
blusdeken of een geschikte brandblus-
ser.
■
Batterijen mogen niet worden gede-
monteerd, in vuur worden geworpen,
in vloeistoffen worden gedompeld of
worden kortgesloten.