Storing
Hoofdmotief niet scherp
Beeld versluierd of gedeeltelijk
onscherp
Gehele beeld of slechts een deel
van het beeld onderbelicht
Overbelichte opname
Oorzaak
Autofocus-sensoren afgedekt
Objectafstand te gering
Hoofdobject niet binnen het
autofocus-kader
Ongunstige omstandigheden voor scherp-
stellen, bijv. felle lichtbron in het beeld
Motief werd door een raam gefotografeerd,
bijv. in een bus of vliegtuig
Onjuiste handmatige scherpstelling
Objectief is niet schoon
(waterdruppels, vingeradfrukken)
Objectief of flitser gedeeltelijk bedekt
Afstand voor flitsen te groot
Bij het vasthouden van de camera werd de
sensor voor de belichtingsmeting bedekt
113
Oplossing
Handen, draagriem e.d. weghouden
Objectafstand moet minstens
0,7 m bedragen
Scherptegeheugen gebruiken (zie pag. 86)
Opslag scherpte van vervangend object
op gelijke afstand
Afstand handmatig op oneindig instellen
(zie pag. 81)
Afstand tot het motief controleren en
opnieuw instellen
Objectief reinigen (zie "Onderhoudstips voor
de LEICA CM", pag. 114)
Handen, camerariem e.d. weghouden van
flitsreflector, objectief en meetcellen;
camera vasthouden (zie pag. 77)
Bij flitsopnamen het flitsbereik niet
overschrijden of films met hogere
filmgevoeligheid gebruiken (zie pag. 91)
Handen, camerariem e.d. weghouden van
objectief en meetcellen; camera vasthouden
(zie pag. 77)