Onderhoudstips voor de LEICA CM
Stof op de buitenlens van het objectief kan met een zacht penseel
of met een schone, droge en pluisvrije zachte doek, bijv. een scho-
ne katoenen zakdoek of een speciaal lensdoekje, worden verwij-
derd. Let erop, het gedeelte van de doek waarmee wordt schoon-
gemaakt niet eerst met de handen aan te raken. Alleen dan kan
men er zeker van zijn dat handzweet of vetsporen niet op het glas-
oppervlak komen. Niet geadviseerd worden speciale reinigings-
doekjes zoals deze voor het reinigen van brillenglazen worden ge-
bruikt. Deze doekjes zijn met chemische stoffen geïmpregneerd en
kunnen optisch glas en aantasten. (Het voor brillen verwerkte glas
heeft een andere samenstelling dan de glassoorten die voor
objectieven worden gebruikt.) Alcohol en andere chemische oplos-
singen mogen niet voor reiniging van de camerabehuizing worden
gebruikt. Indien nodig met een zachte, droge doek afvegen.
De LEICA CM dient beschermd te worden tegen harde stoten, ho-
ge temperaturen en hoge vochtigheid. Extreem lage temperaturen
kunnen de werking van de camera verstoren. Het is aan te bevelen
de LEICA CM bij koude in een warme binnenzak van een jas op te
bergen. Een abrupte overgang van een koude naar een warme om-
geving moet vermeden worden omdat dan condensvorming kan
optreden die de functie nadelig kan beïnvloeden. Condens dat zich
toch vormt, verdwijnt in een droge omgeving na enige tijd weer
vanzelf. De camera mag niet in een gesloten doos of tas opgebor-
gen worden vooraleer hij volledig droog is. Gedurende deze perio-
de moet de camera niet worden aangezet en is het in zulke geval-
len aan te raden de batterij te verwijderen.
De LEICA CM mag niet nat worden. Dure reparaties kunnen het ge-
volg zijn en de camera kan zelfs total loss raken. Als de camera niet
wordt gebruikt, moet deze vooral na gebruik in een omgeving met
een hoge luchtvochtigheid evt. worden afgedroogd en op een koe-
le, droge plaats, vrij van stof en chemicaliën worden bewaard.
Geen overmatige druk op het LCD-dataveld uitoefenen. Het data-
veld is bestemd voor een temperatuurbereik van ca. 0° tot +40° C
(ca. 32° tot 104° F). Bij hogere of lagere temperaturen kan de lees-
baarheid van het dataveld verminderen. Hogere temperaturen kun-
nen zelfs een tijdelijke zwarting van het dataveld veroorzaken.
Let op: In de camera bevinden zich elektronische hoogspannings-
componenten. Het is daarom niet toegestaan de behuizing van de
camera open te schroeven of open te breken. Hoogspanning kan
levensgevaarlijk zijn!
114