(8) Fotograferen met handmatige flitsinschakeling en langere sluitertijden
(alleen te kiezen via het "2. instelniveau", zie "Beschikbare programma's", pag. 89)
Het instellen/De indicaties
Bedieningsstap
1. Bij het instellen van
de functie
2. Na instellen van de
functie/bij het be-
dienen van de ont-
spanner (minstens
tot het drukpunt)
3. Tijdens de opname
(alleen bij automati-
sche omschakeling
op langdurige opna-
men)
4. Na de opname
Opmerking: Bij weinig licht, d.w.z. langere sluitertijden dan
statief gebruiken. De camerapositie mag ook na het flitsen pas worden gewijzigd als de film is getransporteerd.
In het dataveld
q
en
knipperend
S
q
en
; tevens
B
bij
S
automatisch gestuurde
langdurige opnamen
q
,
en
B
; gelijk-
S
tijdig schakelt het tel-
werk om naar indicatie
van de verlopen be-
lichtingstijd
q
en
S
q
In de zoeker
–
Zoals bij het standaardprogramma (nr. 1) bij automatische omschakeling op
langdurige opnamen verschijnen 2 s afwisselend
diafragmaopening), resp. het ingestelde diafragma (bij A) en
van de belichtingstijden >30 s)
Indicatie van de scherptestatus en
Zoals bij het standaardprogramma (nr. 1)
1
/
s, moet de camera rustig worden vastgehouden – ondersteunen of een
60
98
S
(bij P, voor de grootste
(in plaats