Voorbeeld van een correctie naar +
(komt overeen met een belichtingstoename)
Bij motieven met zeer lichte, overheersende delen, bijv. in de
sneeuw of aan het strand, kiest de belichtingsmeter een te korte
belichtingstijd en/of klein diafragma. De sneeuw wordt daardoor
in een gemiddelde grijswaarde weergegeven en aanwezige perso-
nen zijn te donker: onderbelichting!
Voor een langere belichtingstijd wordt een instelling van bijv. +2.0
ingesteld.
Voorbeeld van een correctie naar –
(komt overeen met een belichtingsafname)
Bij motieven met zeer donkere delen die slechts weinig licht re-
flecteren, kiest de belichtingsmeter een te lange belichtingstijd
en/of te groot diafragma. Een zwarte auto voor een donkere ach-
tergrond wordt bijv. een grijze auto en afgebeelde personen wor-
den te licht weergegeven: overbelichting!
Voor een kortere belichtingstijd wordt een instelling van bijv. –2,0
ingesteld.
88