Publicité
RÉGLAGE DE LA DISTRIBUTION - IMPORTANT
Deux facteurs influent sur la qualité monograine d'un semis :
1. La position de la plaque de sélection par rapport aux trous du disque. Il faut donc
ajuster la hauteur de la plaque à la semence utilisée.
2. La puissance d'aspiration (dépression) existant au niveau du disque. Il faut donc
adapter la puissance d'aspiration au poids des graines à semer.
LE SYSTÈME MONOSEM (breveté) PERMET PAR UN RÉGLAGE UNIQUE (fig. 36-37) :
• d'ajuster la hauteur de la plaque à la semence ;
• d'adapter l'aspiration au poids des graines.
L'index
remonté vers le + (fig. 36) éloigne la plaque des trous du disque,
augmente l'aspiration (en limitant la prise d'air
doubles.
L'index
descendu vers le – (fig. 37) rapproche la plaque des trous, réduit l'aspiration
(en ouvrant la prise d'air
) ce qui provoque une tendance aux manques. Une
fenêtre de contrôle sur le couvercle permet de s'assurer des résultats.
Positions conseillés pour l'index
• Maïs
: + 1 (0 à + 2)
• Tournesol
: + 1 (0 à + 2)
•
B
e
t t
r e
v a
e
e
n
o r
b
é
e
:
+
2
• Betterave nue
: - 1,5 (- 1 à - 2)
• Colza-choux
: + 2
Ceci pour vitesse prise de force 540 tr/mn avec turbine standard ou 500 tr/mn avec
turbine spéciale grand débit.
ATTENTION
: les positions ci- dessus ne sont qu'indicatives, des contrôles en
début et pendant la campagne restant indispensables.
PRINCIPALES DISTRIBUTIONS STANDARD
• Maïs : 30, 24 ou 18 trous Ø 5 mm (ou Ø 6 pour très gros maïs, ou Ø 4,5
pour très petit maïs, ou Ø 3,7 pour maïs ridé doux).
• Tournesol : 24 trous Ø 2,5 mm (ou Ø 1,8 pour très petit tournesol).
• Betterave : 30 trous Ø 2 mm pour betterave monogermes nues et enrobées.
• Haricots : 60 trous Ø 3,5 et 4,5 mm (ou Ø 2,5 pour très petits haricots).
• Soja-Pois : 60 trous Ø 4,5 mm.
• Sorgho : 36 ou 72 trous Ø 2,2 mm.
• Colza-Choux : 36 ou 72 ou 120 trous Ø 1,2 mm (120 trous recommandés
pour colza) avec plaque de niveau spéciale réf. 6233.1.
• Féveroles : 30 trous Ø 6 mm pour petits et moyens calibres.
Ø 6,5 mm pour moyens et gros calibres.
Cette liste n'est pas limitative, des disques sont également disponibles pour
des semis de coton, arachide, melon, concombre, lupin, oignons, millet, tomate,
fenouil, asperge, épinards, radis.
Pour grosses graines type arachide ou féverole une cale éjecteur et un sélecteur
mieux adaptés sont fournis avec la distribution sur demande.
WICHTIG – EINSTELLUNG DER SÄELEMENTE
Zwei Faktoren beeinflussen die Einzelablage des Saatgutes :
1. Die Stellung des Abstreifers im Verhältnis zu den Löchern der Scheibe. Deshalb ist
es notwendig die Höhe des Abstreifers so einzustellen, wie es für das jeweilige
Saatgut notwendig ist.
2. Die Saugstärke (Unterdruck) auf die Säscheibe.
Die Saugleistung soll also dem Gewicht des Saatgutes angepaßt werden.
Mit dem patentierten MONOSEM Säsystem wird mit einem Hebel (ABB. 36-37) :
• die Höhe des Abstreifers eingestellt und gleichzeitig ;
• die Saugleistung dem Gewicht des Saatgutes angepaßt.
Wenn der Verstellhebel
auf + gestellt wird, vergrößert des Abstreifer die Löcher in
der Säscheibe. Gleichzeitig wird die Saugleistung verstärkt (das Lüftungsloch wird
geschlossen
. Bei dieser Einstellung können Doppelbelegungen vorkommen.
Wenn der Wahlhebel
auf – (Abb. 37) gestellt wird, verkleinert der Abstreifer die
Löcher in der Säscheibe. Gleichzeitig wird die Saugleistung (das Lüftungsloch wird
geöffnet) verringert
. Bei dieser Einstellung können Fehlbelegungen vorkommen.
Im Sägehäusedeckel ist ein Fenster, durch das Sie die richtige Einstellung beobach-
ten können.
Empfohlene Einstellungen des Verstellhebels
• Mais
: + 1 (0 bis + 2)
• Sonnenblumen
: + 1 (0 bis + 2)
•
i P
i l l
r e
e t
Z
u
k c
r e
ü r
b
e
n
:
+
2
• Kalibrierte Zuckerrüben : - 1,5 (- 1 bis - 2)
• Raps und Kohl
: + 2
ACHTUNG :
Die obigen Einstellungen sind nur theoretisch. Prüfen Sie vor und
während der Aussaat die Einstellung des Dosierelementes.
VERFÜGBARE SÄSCHEIBEN
• Mais : 30, 24 oder 18 Löcher Ø 5 mm (oder Ø 6 für sehr großen Mais, oder
Ø 4,5 mm für sehr kleinen Mais, oder Ø 3,7 für Mais mit leichten Rillen).
• Sonnenblumen : 24 Löcher Ø 2,5 mm (oder Ø 1,8 für sehr kleine Sonnen-
blumensamen).
• Rüben : 30 Löcher Ø 2 mm für kalibriertes und pilliertes Rübensaatgut.
• Bohnen : 60 Löcher Ø 3,5 und 4,5 mm (oder Ø 2,5 für sehr kleine Bohnen).
• Soja-Erbsen : 60 Löcher Ø 4,5 mm.
• Sorghum : 36 oder 72 Löcher Ø 2,2 mm.
• Raps-Kohl : 36 oder 72 oder 120 Löcher Ø 1,2 mm. Mit Spezial-Befüllregulier-
ungsschieber - ET.-Nr. 6233.1
• Ackerbohnen : 30 Löcher Ø 6 mm für kleine und mittlere Größen, 6,5 mm für
mittlere und große Korngrößen.
Auf Anfrage gibt es noch Säscheiben für Baumwolle, Erdnüsse, Melonen, Gurken,
Lupinen, Zwiebeln, Hirse, Tomaten, Fenchel, Spargel, Spinat, Radieschen...
Für großes Saatgut, z.B. Erdnüsse oder Ackerbohnen wird ein Sonderauswerfer
mit den Säelementen geliefert Auf Anfrage.
) ce qui provoque une tendance aux
• Haricot
: + 4
• Soja-Pois : + 5
•
S
o
g r
h
o
:
+
3
• Féverole : + 5
(fig. 38 à droite)
• Bohnen
: + 4
• Soja- Erbsen : + 5
•
S
o
g r
h
u
m
:
+
3
• Ackerbohnen : + 5
IMPORTANT - METERING ADJUSTMENTS
Two factors influence the degree of singulation of the seed :
1. The position of the seed scraper in relation to the holes of the disc. It is therefore
necessary to adjust the height of the scraper as needed for each seed type.
2. The degree of suction (depression) at the seed disc. It is therefore necessary to
adjust the degree of suction to the weight of the seed to be planted.
THE (patented) MONOSEM SYSTEM ALLOWS A UNIQUE ADJUSTMENT (fig. 36-37) :
• to adjust the height of the scraper to the seed ;
• to adapt the degree of suction to the weight of the seed.
When the indicator
is positioned to the + (fig. 36) it raises the scraper over the
holes of the disc, increasing the degree of suction (closing the size of the hole
This may cause doubles.
When the indicator
is positioned to – (fig. 37), it lowers the scraper over the holes,
reducing the degree of suction (opening the size of the hole
A control window in the cover allows you to check the results.
Recommended setting for indicator
• Corn
: + 1 (0 to + 2)
• Sunflowers
: + 1 (0 to + 2)
• Caoted sugarbeet
: + 2
• Uncaoted sugarbeet : - 1,5 (- 1 to - 2)
• Rape seed-Cabbage : + 2
CAUTION :
the above settings are theoretical, so checking before and during
planting is essential.
MAIN STANDARD SEED DISCS
• Corn : 30-24-18 holes Ø 5 mm (or Ø 6 for very large corn, or Ø 4.5 for very small-
sized corn, or Ø 3.7 for sweet corn).
• Sunflower : 24 holes Ø 2,5 mm (or Ø 1.8 for very small sunflower).
• Sugarbeets : 30 holes Ø 2 mm for coated and uncoated monogerm sugarbeets.
• Beans : 60 holes Ø 3.5 & 4.5 mm (or Ø 2.5 for very small beans).
• Soybean-Peas : 60 holes Ø 4.5 mm.
• Sorghum : 36 or 72 holes Ø 2.2 mm.
• Rape seed-Cabbage : 36 or 72 holes or 120 holes Ø 1.2 mm with special level plate
ref. 6233.1.
• Kidney beans : 30 holes Ø 6 mm for small and middle-sized seeds
Ø 6.5 mm for medium and large-sized seed.
Additional seed discs are available for cotton, peanut, melon, cucumber, lupine,
onions, millet, tomato, fennel, asparagus, spinach, radish.
For larger size seeds such as peanuts or kidney beans, a special ejector block and
a better adapted seed selector are supplied with the seed disc on request.
INSTELLING VAN HET ZAAI-ELEMENT - BELANGRIJK
Er zijn twee factoren die invloed uitoefenen op de kwaliteit van het zaaien :
1. De stand van de afstrijker ten opzichte van de gaten in de schijf. De hoogte van de
afstrijker moet dus worden aangepast aan het gebruikte zaadsoort.
2. Het vacuum (onderdruk) bij de schijf. Het vacuum moet worden aangepast aan het
gewicht van de zaden.
MET HET GEPATENTEERDE MONOSEM ZAAISYSTEEM KAN MET ÉÉN INSTELLING
(FIG. 36 - 37):
• de hoogte van de afstrijker worden aangepast aan het zaad ;
• het vacuum wordt aangepast aan het gewicht van het zaad.
Verstelhendel
gedraaid naar + (fig. 36) vergroot de afstand tussen de afstrijker en de
gaten in de schijf en vergroot gelijktijdig het vacuum (door de luchttoevoer
Bij deze instelling kan dubbel zaaien voorkomen.
Verstelhendel
gedraaid naar - (fig. 37) verkleint de afstand tussen de afstrijker en de
gaten in de schijf en verkleint gelijktijdig het vacuum (door de luchttoevoer
Bij deze instelling kan het voorkomen dat er missers optreden. Door het controlevenster
kunnen de resultaten worden bekeken.
Aanbevolen standen voor verstelhendel
• maïs
: +1 (0 + 2)
• zonnebloem
• bieten pil
: +2
• naakt bietenzaad : -1,5 (-1 tot -2)
• koolzaad/kool : +2
• bonen
• soja/erwt
: +5
• gierst
• veldbonen
: +5
PAS OP: De standen hierboven vormen slechts een indicatie. Er moet dus
worden gecontroleerd voor en tijdens het zaaien.
BELANGRIJKSTE STANDAARD ZAAISCHIJVEN
• Maïs : 30, 24 of 18 gaten, Ø 5 mm (of Ø 6 voor erg grote maïskorrels of Ø 4,5
voor erg kleine maïskorrels of Ø 3,7 voor suikermaïs).
• Zonnebloem : 24 gaten, Ø 2,5 mm (of Ø 1,8 voor erg kleine zonnebloempitten).
• Bieten : 30 gaten, Ø 2 mm voor naakt en gepilleerd zaad.
• Bonen : 60 gaten, Ø 3,5 mm en 4,5 mm (of Ø 2,5 voor erg kleine bonen)
• Soja : 60 gaten, Ø 4,5 mm
• Gierst : 36 of 72 gaten, Ø 2,2 mm
• Koolraap/koolzaad: 36 of 72 of 120 gaten, Ø 1,2 mm (120 gaten aanbevolen
voor koolzaad) met speciaal levelplaat ref. 6233.1
• Veldbonen : 30 gaten, Ø 6 mm voor kleine en middelgrote bonen, Ø 6,5 mm
voor middelgrote en grote bonen.
Deze lijst is niet volledig. Er zijn ook schijven verkrijgbaar voor katoen, pinda's,
meloen, komkommer, lupine, uien, pluimgierst (millet), tomaat, venkel, asperges,
spinazie, radijs.
Voor grote zaden, bv. pinda's of veldbonen, worden bij de zaaischijf een beter
aangepaste uitwerper en afstrijker geleverd op aanvraag.
).
). This may cause skipping.
• Beans
: + 4
• Soybean/peas : + 5
• Sorghum
: + 3
• Kidney beans : + 5
te sluiten).
te openen).
: +1 (0 + 2)
: +4
: +3
(FIG. 38 RECHTS)
21
4
Publicité
