(A)
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Gebruik flexibels conform EN 60 335-1:
• in PVC goot, min.type H05 VV-F
• in rubberen goot, min.type H05 RR-F.
Alle leidingen die met het klemmenbord 9)(A)
van de brander moeten worden verbonden moe-
ten door de wartels.
Wartels en uitgesneden gaten kunnen op ver-
schillende manieren gebruikt worden. Bijvoor-
beeld op de volgende manier:
1 - Pg 13,5 Driefasige voeding
2 - Pg 11
3 - Pg 11
4 - Pg 9
D955
5 - Pg 13,5 Gasklep
6 - Pg 13,5 Gasdrukschakelaar of dichtheids-
7 - Pg 11
8 - Pg 9
N.B.
• De branders RS 70 - 100 - 130 zijn bij het ver-
laten van de fabriek voorzien voor elektrische
voeding 400 V. Indien de voeding 230 V is, de
motoraansluiting (van ster naar driehoek) en de
afstelling van het thermisch relais veranderen.
• De branders RS 70 - 100 - 130 zijn gehomolo-
geerd voor een intermitterende werking. Dit
betekent dat ze "voor de Norm" tenminste 1
maal per iedere 24 uur moeten stoppen, opdat
de elektrische apparatuur een controle van de
eigen doeltreffendheid bij het starten kan uitvoe-
ren. Normaal gesproken wordt de stilstand van
de brander verzekerd door de afstandsschake-
laar van de ketel.
Als dit niet zo is is het noodzakelijk om in serie
met IN een tijdschakelaar aan te brengen die
ervoor zorgt dat de brander tenminste 1 maal
per 24 uur stopt.
• De branders RS 70 - 100 - 130 zijn in de
fabriek ingesteld voor een tweetrapswerking en
dus moet de thermostaat TR verbonden wor-
den.
Als u daarentegen wilt dat de brander een een-
trapswerking heeft, plaats dan, in plaats van de
thermostaat TR, een brug tussen de klemmen 6
– 7 van de klemmenbord.
OPGELET
De nulleider en de fase niet op de elektri-
sche voedingslijn. Dergelijke omwisse-
ling kan de vergrendeling van de brander
veroorzaken.
9
Monofasige voeding
Thermostaat TL
Thermostaat TR
controle
Doorboren om eventueel een wartel
aan te brengen
Doorboren om eventueel een wartel
aan te brengen