6.1
Elektrische installatie (uitgevoerd in de Fabriek)
Beschrijving schema (Afb. 15)
CMV
- Contactor motor
LAL 1.25
- Branderautomaat
FR
- Fotoweerstand
MB
- Klemmenbord brander
MV
- Motor ventilator
PO
- Oliedrukschakelaar
RT
- Thermisch relais
S1
- Schakelaar voor:
MAN = handbediening
AUT = automatisch
OFF = uit
S2
- Knop voor:
–
= minder vermogen
+
= meer vermogen
SM
- Servomotor
TA
- Ontstekingstransformator
TB
- Aarding brander
VM
- Ventiel in pompuitlaat
VS
- Ventiel in pompuitlaat (veiligheid)
VS1
- Veiligheidsventiel in de terugloop
VU
- Ventiel in terugloop verstuiver
Elektrische installatie
6.1.1
Door de installateur uitgevoerd
Gebruik felxibele slangen zoals voorgeschreven door de norm
EN 60 335-1:
met PVC-omhulsel, min. type H05 VV-F
met rubberen-omhulsel, min type H05 RR-F.
Alle leidingen die met het klemmenbord 8) (Afb. 16) van de bran-
der moeten worden verbonden moeten door de kabelgeleiders
worden gehaald.
Wartels kunnen op verschillende manieren gebruikt worden. Bij-
voorbeeld op de volgende manier:
RL 190/M (Afb. 16)
1
Pg 13,5
2
Pg 11
3
Pg 11
4
Pg 9
5
Pg 9
6
Pg 11
7
Pg 13,5
15
NL
Elektrische aansluitingen
Driefasige voeding
Monofasige voeding
Afstandsbesturing TL
Afstandsbesturing (Thermostaat) TR of sonde
(RWF 40)
Gaatje voor een eventuele wartel
Gaatje voor een eventuele wartel
Gaatje voor een eventuele wartel
Afb. 15
D1188
D1225
Afb. 16
5728